In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Dit gedicht vind ik...
Heel leuk
Wel grappig
Stom
Iets anders
Slide 3 - Poll
Wat weet je tot nu toe over poëzie?
Slide 4 - Woordweb
https:
Slide 5 - Link
Wat wist je nog niet en weet je nu wel na het kijken van het filmpje?
Slide 6 - Woordweb
Welke rijmvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 7 - Quizvraag
Welke dichtvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 8 - Quizvraag
Welke dichtvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 9 - Quizvraag
Welke dichtvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 10 - Quizvraag
Wat houdt eindrijm in?
Slide 11 - Open vraag
Voor eindrijm zijn er verschillende rijmschema's
Voorbeelden zijn:
Gepaard rijm: AABB
Gekruist rijm: ABAB
Omarmend rijm: ABBA
Gebroken rijm: ABCB
Slide 12 - Tekstslide
Welke rijmschema heeft dit gedicht?
A
AABB
B
ABAB
C
ABBA
D
ABCB
Slide 13 - Quizvraag
Rijm is een extra muziekaal stukje van taal
Eens
Oneens
Slide 14 - Poll
Welke dichtvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 15 - Quizvraag
Wat houdt enjambement in?
Slide 16 - Open vraag
dit dus!
Slide 17 - Tekstslide
Welke dichtvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 18 - Quizvraag
In het vormgedicht is de vorm van groot belang voor de inhoud. De inhoud van dit gedicht wordt door de vorm ervan uitgebeeld. Dus als ik een gedicht schrijf in de vorm va een giraffe, dan moet het gedicht ook over een giraffe gaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Welke dichtvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 20 - Quizvraag
Wat houdt alliteratie in?
Slide 21 - Open vraag
dit dus!
Slide 22 - Tekstslide
Moet een gedicht altijd rijmen?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quizvraag
In de Middeleeuwen rijmden gedichten omdat niet iedereen pen en papier had en een gedicht op rijm makkelijker te onthouden was.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Wat moet je doen bij het voordragen van een gedicht?
Slide 25 - Open vraag
Zoals dansen mooi wandelen is, is poëzie mooi denken
Eens
Oneens
Slide 26 - Poll
Opdracht
Maak zelf een Elfje (1, 2, 3, 4, 1)
Alliteratie (tongbreker)
Beelddicht / vormgedicht
Je mag een voorbeeld zoeken op internet en daarna maak je zelf een gedicht