Willem I

Willem I
Wat liet Willem I aanleggen?

Waar zorgde Willem I voor?
Koning van het koninkrijk der Nederlanden
Kanalen en wegen
Industrie
1 / 20
volgende
Slide 1: Sleepvraag
AardrijkskundeBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Willem I
Wat liet Willem I aanleggen?

Waar zorgde Willem I voor?
Koning van het koninkrijk der Nederlanden
Kanalen en wegen
Industrie

Slide 1 - Sleepvraag

Wat wilde koning Willem I
A
Nederland armer maken
B
Nederland rijk maken
C
Alles het zelfde houden
D
Gezellig friet eten met België

Slide 2 - Quizvraag

Wat doet een stoommachine?
A
Een machine die andere apparaten aan het werk zet.
B
Een machine die stoom maakt en verkocht kan worden
C
Een ruimte waar mensen werkten met machines.
D
Een machine die via stoom andere apparaten kan laten werken. Door de stoommachine konden meer spullen worden en sneller.

Slide 3 - Quizvraag

Een stoommachine zorgde ervoor dat
A
Er niets veranderde
B
De manier van werken veranderde

Slide 4 - Quizvraag

Een fabriek is een ruimte waar mensen werkten met machines.
A
Waar
B
Niet waar
C
Misschien waar
D
Misschien niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Fabrieken kwamen alleen in het oosten voor
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Een kanaal is gegraven door mensen?
A
waar
B
Niet waar
C
Misschien
D
Deze is fout

Slide 7 - Quizvraag

Een kanalen of waterwegen zijn altijd zo recht mogelijk omdat
A
De schepen dan rustig kunnen varen
B
Dit is makkelijker graven
C
De schepen kunnen dan sneller varen.
D
De schepen hebben geen last van bruggen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is huisnijverheid
A
Dat werd gegraven
B
Werk dat in fabrieken met de hand werd gedaan bijvoorbeeld het spinnen van wol tot draad
C
Werk dat door ouders werd gedaan bijvoorbeeld het spinnen van wol
D
Werk dat thuis werd gedaan. Bijvoorbeeld het spinnen van wol tot draad

Slide 9 - Quizvraag

Grondstof
Industrie
Alle fabrieken bij elkaar. De schoenindustrie zijn alle fabrieken waar schoenen worden gemaakt. 
Een stof die je nodig hebt om iets anders van te maken. Om lakens te maken heb je bijvoorbeeld katoen nodig. Katoen is een grondstof.

Slide 10 - Sleepvraag

De grondstoffen die in Nederland werden gebruikt kwamen vooral uit
A
Twente
B
Groningen
C
De kolonies van Nederland
D
Frankrijk

Slide 11 - Quizvraag

Waar begon de industrie in Nederland?
A
Groningen
B
Limburg
C
Frieslang
D
Twente

Slide 12 - Quizvraag

Wat is kinderarbeid
A
Kinderen werkten thuis, op het veld of in de fabrieken
B
Kinderen die veel naar school moeten
C
Kinderen die nooit hoeven te werken
D
Ouders die speelgoed maken voor kinderen.

Slide 13 - Quizvraag

Een fabriek waren papier wordt gemaakt, is een voorbeeld van?
A
Een grondstof
B
Een kanaal
C
Industrie
D
Een stoommachine

Slide 14 - Quizvraag

Voor het maken chocolade is cacao nodig. Cacao is dus een
A
industrie
B
grondstof
C
een fabriek
D
een plant

Slide 15 - Quizvraag

wat is kinderarbeid?

Slide 16 - Open vraag

Wie bedacht de kinderwet?
A
Kamerlid van Houten
B
Kamerlid Plank
C
Premier Mark Rutte
D
Willem I

Slide 17 - Quizvraag

Wat houdt de kinderwetje van Van Houten in?
A
Kinderen moesten gaan werken
B
Kinderen mogen nooit meer werken
C
Wet die kinderen onder de 12 jaar verbood om in fabrieken te werken.
D
Kinderen moeten gaan werken en als ze 12 jaar zijn moeten ze stoppen met werken.

Slide 18 - Quizvraag

In welk jaar moesten kinderen naar school?
1800
1900
1950

Slide 19 - Sleepvraag

Wat moesten fabrieken betalen aan de regering die zich niet wan de wet hielden?
A
Snoepjes
B
Die moesten sluiten en mochten niet meer werken
C
Ze moeten de stoommachines verkopen
D
Een boete

Slide 20 - Quizvraag