Dinsdag 1 november

Deutsch
Dienstag, den 1. November 2022
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Deutsch
Dienstag, den 1. November 2022

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je.....
  • De grammatica voor het SO herhalen en toepassen in opdrachten

  •  De woordenschat herhalen doormiddel van de werkvorm Kings    en Queens.  

  • Elkaar vragen stellen en antwoord geven in het Duits rondom het thema familie. 

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?
Grammatik Wiederholung 
Selbständig arbeiten 
Gesprächsfertigkeit
Wortschatz-Spiel



Slide 3 - Tekstslide

Grammatik Wiederholung

Slide 4 - Tekstslide

Wat hebben we behandeld?

Slide 5 - Woordweb

Bepaalde- en onbepaalde lidwoorden 

Slide 6 - Tekstslide

Üben!
1. (de)...... Kuh ist sehr groß. 

2. Er hat (een) ...... Haus gekauft. 

3. (de).......Montag ist immer schwer.

3. der Mann hat (geen)...... Krankheit.

Slide 7 - Tekstslide

Bepaalde en onbepaalde lidwoorden
Bepaald: de/het 



de vrouw= die Frau          (v)
de man=    der Mann       (m)
het kind=   das Kind         (o)
de katten= die Katzen     (mv)
Onbepaald: een
een vrouw=     eine Frau        (v)
een man=        ein Mann        (m)
een kind=         ein  Kind         (o)
geen katten=  keine Katzen    (mv)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoorden en persoonlijk/vragend voornaamwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent "wanneer" in het Duits?
A
wer
B
wenn
C
wann
D
wie

Slide 12 - Quizvraag

u wordt in het Duits zonder hoofdletter geschreven
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Er ....... kein Geschenk.
A
kaufe
B
kaufen
C
kauft
D
kaufst

Slide 14 - Quizvraag

"wie" in het Duits betekent in het Nederlands?
A
hoe
B
wie
C
waarom
D
wanneer

Slide 15 - Quizvraag

Om de stam van het werkwoord te krijgen haal je ......... van het hele werkwoord.
A
n
B
e
C
em
D
en

Slide 16 - Quizvraag

........ Sie in Nijmegen?
A
Wohnt
B
Wohnst
C
Wohnen
D
Wohne

Slide 17 - Quizvraag

"wer" in het Duits betekent wie
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Du .......... Lisa, oder?
A
heißt
B
heißst
C
heißest
D
heißen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Gesprächsfertigkeit

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wortschatz- Spiel

Slide 27 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je.....
  • De grammatica voor het SO herhalen en toepassen in opdrachten

  •  De woordenschat herhalen doormiddel van de werkvorm Kings    en Queens.  

  • Elkaar vragen stellen en antwoord geven in het Duits rondom het thema familie. 

Slide 28 - Tekstslide

Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!

Slide 29 - Tekstslide