reanimatiecursus

• Zorg en Welzijn
• MBO
• Studiejaar 3

Stelling:
Na een reanimatie word je een kasplantje.

1. juist
2. onjuist

Stelling:
Door alleen hartmassage en beademing wordt iemand gered

1. onjuist
2. juist

Stelling:
Een hartstilstand is altijd duidelijk te herkennen.

1. juist
2. onjuist

Stelling:
Bij een hartstilstand staat het hart helemaal stil.

1. onjuist
2. juist

Je bent bij de buren. Je buurman voelt zich niet lekker. Hij zakt in elkaar en reageert niet meer. Wat doe je?

1. Ik start met reanimeren.
2. Ik bel meteen 112.
3. Ik bel de huisarts.
4. Ik ga hulp zoeken in de buurt.

Wat doet de 112-medewerker als ze vaststelt dat je buurman een hartstilstand heeft?

1. Ze stuurt direct de ambulance op pad.
2. Ze stuurt direct een oproep uit aan burgerhulpverleners.
3. Ze legt uit hoe je moet reanimeren.
4. Antwoord a,b en c zijn goed.

Tim is burgerhulpverlener in jouw buurt en krijgt die avond een oproep. Wat doet hij?

1. Hij gaat naar je buurman en wacht daar tot de ambulance er is.
2. Hij biedt steun aan de familie.
3. Hij haalt eerst een AED óf hij gaat direct naar je buurman om te starten met reanimeren.
4. Hij gaat direct op zoek naar buurtgenoten die kunnen reanimeren.

Tim is er heel snel met de AED. Welke uitspraak is juist over de AED?

1. Alleen artsen mogen een AED bedienen.
2. Iedereen mag een AED bedienen.

Na hoeveel minuten komt de ambulance naar verwachting aan?

1. Na 8-10 minuten.
2. Na 20 minuten.

Het tempo waarin je borstcompressies geeft is

1. 60-80 keer per minuut
2. 80-100 keer per minuut
3. 100-120 keer per minuut
4. 120-140 keer per minuut

Wanneer je alleen bij het slachtoffer bent, moet je altijd eerst op zoek gaan naar de AED

1. juist
2. onjuist

Wanneer de ambulance arriveert, kun je stoppen met reanimeren.

1. onjuist
2. juist

Wat is de juiste verhouding bij een reanimatie van een volwassene tussen de borstcompressies en het beademen?

1. 30:2
2. 15:2
3. 30:1
4. 15:1