Hoofdstuk 4 | Taalverzorging | Het onderwerp in een zin vinden

Taalverzorging
Het onderwerp
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging
Het onderwerp

Slide 1 - Tekstslide

1. De persoonsvorm vind je door
A
De zin vragend maken
B
Door de tijdsproef of de getalsproef toe te passen
C
door alle werkwoorden uit de zin op te schrijven
D
de PV is het woord dat vooraan staat

Slide 2 - Quizvraag

2. De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
waar
B
niet waar
C
soms
D
altijd

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de PV in de volgende zin:
Mijn opa leest de krant.

A
opa
B
mijn
C
leest
D
de krant

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Hoe vind je het onderwerp in de zin?
A
Stel de vraag: Wie of wat + pv?
B
Maak de zin vragend, het onderwerp staat nu direct na de pv
C
Het onderwerp staat altijd voor de persoonsvorm
D
Door de getalsproef te gebruiken

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm en wat is het onderwerp?
Biologisch fruit
smaakt
het allerlekkerste.
Persoonsvorm
Onderwerp

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is de persoonsvorm en wat is het onderwerp?
Onze kat
vindt
verse vis het lekkerste.
Persoonsvorm
Onderwerp

Slide 8 - Sleepvraag

Hoe vind je het onderwerp in de zin?

Slide 9 - Woordweb

Zelfstandig werken

Slide 10 - Tekstslide

Ik kan de persoonsvorm in de zin vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Ik kan het onderwerp in de zin vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Welke emoji geef jij deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll