Thema 3 Het bloed + bloedvaten

Th.3 Het bloed
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Th.3 Het bloed

Slide 1 - Tekstslide

Het bloed

Korte herhaling van Basisstof 1

Begin van Basisstof 2
de bloedvaten

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je leren?
 Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt de verschillende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
voedingsstoffen vervoeren

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Vervoeren voedingsstoffen

Slide 6 - Quizvraag

In de rode cirkel zie je:
A
Een rode bloedcel
B
Bloedplaatje
C
Een witte bloedcel
D
Een blauwe bloedcel

Slide 7 - Quizvraag

In de rode cirkel zie je:
A
Een rode bloedcel
B
Bloedplaatje
C
Een witte bloedcel
D
Een blauwe bloedcel

Slide 8 - Quizvraag

De samenstelling van bloed


Bloed bestaat uit de vloeistof bloedplasma (55%) met daarin bloedcellen en bloedplaatjes
(45%).

Slide 9 - Tekstslide

Het bloedplasma vervoert vele stoffen: voedingsstoffen, koolstofdioxide en andere afvalstoffen, en beetje zuurstof.

Slide 10 - Tekstslide

Rode bloedcellen

- Kleine ronde schijfjes
-Geen celkern
-Vervoeren zuurstof.
- Hemoglobine, een stof met een rode kleur. Hierdoor kunnen de rode bloedcellen gemakkelijk zuurstof opnemen.

Slide 11 - Tekstslide

witte bloedcellen
- Hebben een celkern
- Geen vaste vorm

Daardoor kunnen ze door kleine openingen in de wand van de kleinste bloedvaten heen 

Slide 12 - Tekstslide

Witte bloedcellen maken ziekteverwekkers onschadelijk. Eén type witte bloedcel doet dat door ziekteverwekkers op te nemen en kapot te maken.

Slide 13 - Tekstslide

bloedplaatjes
- Zijn geen cellen, maar delen van uiteengevallen cellen
- Geen celkern
 
In bloedplaatjes zitten stoffen waardoor het bloed stolt als het buiten de bloedvaten komt. Dit noem je de bloedstolling. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slagaders
-Het hart pompt bloed in de slagaders. 
-Slagaders liggen meestal diep in je lichaam.
-Door slagaders stroomt het bloed weg van het hart.
- Het bloed in slagaders bevat veel zuurstof. 

Slide 16 - Tekstslide

Haarvaten 
-  De kleinste bloedvaten heten haarvaten. 
- Haarvaten liggen overal in je lichaam.
- De wanden zijn heel dun. Bloedplasma kan door deze wand heen. 
- In dat vocht zitten zuurstof en voedingsstoffen. 
- Dit vocht gaat naar de cellen in je lichaam. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Aders
- De haarvaten komen samen in grotere bloedvaten. 
- Door de aders stroomt het bloed weer terug naar het hart.
- Het bloed in de aders bevat weinig zuurstof.  
- De wanden zijn dunner dan die van de slagaders, maar dikker dan de wanden van de haarvaten.
- Ze liggen dicht onder de huid.

Slide 19 - Tekstslide

Maken 
Basisstof 3.1 - opdracht 1 t/m 7,   (4 = werkblad)
(let op ook geresette opdrachten)
Basisstof 3.2 - opdracht 2, 3

Slide 20 - Tekstslide