Doel: Je beschrijft de gevolgen van transporttechnische ontwikkelingen voor de wereldhandel.
Je beschrijft waarom Nederland een transportland is.
Je legt de volgende begrippen uit in jouw eigen woorden: transportland, doorvoer, invoer, uitvoer, mainport en infrastructuur.
Slide 3 - Tekstslide
welke vormen van transport ken jij nog meer?
Slide 4 - Woordweb
Import
Import is de invoer van goederen. Het grootste deel van de Nederlandse import bestaat uit doorvoer. Dat betekent dat de goederen die wij importeren, meteen weer doorgestuurd worden naar het buitenland.
Slide 5 - Tekstslide
economie
Importeren: goederen binnen halen/inkopen.
Exporteren: goederen uitgeven/verkopen.
Slide 6 - Tekstslide
Vervoer over water
Nederland vervoert veel over het water. Met binnenvaart schepen die je misschien herkent omdat ze langs je woonplaats varen. Maar ook met grote containerschepen die in de Rotterdamse haven binnenkomen.
Rotterdam is een mainport , net als schiphol. Dat wilt zeggen een belangrijke grote haven.
Slide 7 - Tekstslide
Vervoer over water
Schepen vervoeren de goederen naar het achterland (Duitsland, België, Frankrijk etc.) Als het eerst in Nederland binnenkomt en daarna naar het achterland wordt verscheept noemen we dat doorvoer.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Vervoer over land
In nederland liggen de belangrijkste en drukste steden in het westen (randstad). De omliggende landen liggen juist vooral in het Zuiden.
De Betuwelijn is een spoorlijn speciaal voor goederen. Deze loopt vanaf de Rotterdamse haven helemaal tot aan Duitsland en komt ook langs de school!
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
vervoer in de lucht
NIet alleen over land en water vervoeren we goederen en mensen, ook door de lucht. Schiphol is Nederlands grootste luchthaven en ook een mainport.