Het is een warme zomerdag in 1944 en de bewoners durven het haast niet te geloven. De geallieerden waren al in België en wie weet wanneer ze hier al kunnen zijn? Al twee jaar schuilen ze in het Achterhuis, terwijl het bedrijf van Otto Frank, Opekta, ‘gewoon’ doorwerkt. Er zijn vier mensen van het kantoorpersoneel die van de onderduikers afweten. De rest weet niets…..
Maar dan……. Julius Dettmann is een officier van bij SD (Sicherheitsdienst) en werkt in Amsterdam. Hij krijgt een telefoontje en roept daarna gelijk Karl Silberbauer bij zich. De opdracht is duidelijk: ‘Je moet onderduikers ophalen, Prinsengracht 263. Je moet in het achterhuis zijn.’