3.5 Speciale overerving (multipe allelen, letale factoren)

  1. Multiple allelen (kleur schelpen ?)
  2. Letale factoren (verstoring F1 aantallen)
  3. Gekoppelde overerving
  4. Mitochondriaal DNA. (Y-lijn)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  1. Multiple allelen (kleur schelpen ?)
  2. Letale factoren (verstoring F1 aantallen)
  3. Gekoppelde overerving
  4. Mitochondriaal DNA. (Y-lijn)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kleur van de schelpen van nonnetjes wordt door één autosomaal gen
bepaald. Van dit gen bestaan vier varianten: (R) rood, (O) oranje, (G) geel
en (W) wit. R is dominant over alle andere varianten, O is dominant over
G en W en G is alleen nog dominant over W.

Hoe wordt een variant van een gen genoemd?

A
Allel
B
Fenotype
C
Genoype
D
Recombinatie

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De kleur van de schelpen van nonnetjes wordt door één autosomaal gen bepaald. Van dit gen bestaan vier varianten: (R) rood, (O) oranje, (G) geel en (W) wit. R is dominant over alle andere varianten, O is dominant over G en W en G is alleen nog dominant over W.
Eén heterozygoot nonnetje met een rode schelp wordt gekruist met één nonnetje met een witte schelp. Hoeveel verschillende kleuren schelpen kunnen onder de nakomelingen van deze twee nonnetjes voorkomen?

A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quizvraag

Vraag 21 Havo pilot 2014-2
Multiple allelen
Voorbeeld: 
- bloedgroepen 
- Schelpkleur
- MHC (belangrijk eiwit bij menselijke afweer)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

letale factoren

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speciale overerving

De mannelijke lijn
De vrouwelijke lijn

Wat zijn deze?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speciale overerving

De mannelijke lijn
De vrouwelijke lijn

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

  1. Verhouding fenotypen?               
  •         9 : 3 : 3 : 1                                

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefen met §3.5
Opdrachten 54-57, 60-61

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag (17-12 online)
  • Instructie Dihybride kruisingen
  • Zelfstandig werken:
       -   Werkblad dihybride kruisingen
        -  Opdrachten 54-57, 60-61

Pauze (10:45-11:05)

  • 11:05 Centrale opstart 
  • Bespreking werkblad X-chromosomaal
  • Zelfstandig doorwerken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Multiple allelen (kleur schelpen, bloedgroepen)
  2. Letale factoren (verstoring F1 verhouding, bijv. kuifkanarie)
  3. Dihybride kruisingen
    -  Gekoppelde overerving
    - Ongekoppelde overerving
  4. Mitochondriaal DNA. (Y-lijn)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongekoppeld
  1. Verhouding fenotypen?               
  •         9 : 3 : 3 : 1                                

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gekoppeld
  1. Genotype P? 


  2. Genotype F1 


  3. Genotype F2? 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Polyhybride kruising
Plant met genotype AaEeHh doet aan zelfbestuiving, wat zijn de mogelijke genotypen van de nakomelingen en in welke verhouding komen deze voor? 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag (17-12 online)
  • Instructie Dihybride kruisingen
  • Zelfstandig werken:
       -   Werkblad dihybride kruisingen
        -  Opdrachten 54-57, 60-61

Pauze (10:45-11:05)

  • 11:15 Centrale opstart 
  • Bespreking werkblad X-chromosomaal
  • Zelfstandig doorwerken

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies