Paragraaf 9.1 Ongezond

Paragraaf 9.1 Ongezond
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 9.1 Ongezond

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
- Uitleg 9.1 Ongezond
- Groepsgesprek Alcohol
- Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 9.1
  • Je kunt uitleggen wat genotmiddelen zijn
  • Je kunt een aantal verslavende genotmiddelen benoemen
  • Je weet wat lichamelijk, geestelijk , sociaal afhankelijk is
  • Je kent de gevolgen van alcohol
  • Je kent de verschillende stadia na het gebruik van alcohol

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leefstijl
- Zijn al je gewoontes van eten, drinken, roken, slapen, (school)werk, bewegen en ontspannen. 
- Je leefstijl heeft invloed op je gezondheid.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genotmiddelen, welke ken je?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verslaving
Wanneer je niet meer zonder een bepaalde stof uit genotmiddelen kunt.

Drank: Alcohol
Sigaretten: Nicotine

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geestelijk / lichamelijk/ sociaal afhankelijk
waar denk je aan?

Slide 7 - Woordweb

Gevoel dat je niet zonder kunt. Steeds aan denken, slecht humeur, vergeetachtig.
Alcohol
Verdooft je hersenen, daardoor reageer je minder goed. 

Veel en vaak drinken veroorzaakt blijvende schade aan hersenen, lever en andere organen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem de 3 stadia van het gebruik van alcohol.

Slide 12 - Open vraag

Nuchter - aangeschoten - dronken
Ontwenningsverschijnselen

Je begint te zweten
Je begint te trillen
Je kunt koorts krijgen
Je kunt misselijk worden
Je kunt hoofdpijn krijgen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Sam speelt het liefst de hele dag minecraft op zijn iPad. Tijdens de les op school lukt het hem niet om met zijn opdrachten op de iPad bezig te gaan en blijft hij stiekem minecraft spelen.
Wat voor verslaving heeft Sam?

A
Geestelijk
B
Lichamelijk
C
Sociaal

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke stof uit tabaksrook is verslavend? 

A
koolmonoxide
B
nicotine
C
teer

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen roken
Nicotine - verslavende stof en vernauwt bloedvaten

Koolstofmonoxide - neemt de plaats van zuurstof in je bloed in, waardoor je cellen minder zuurstof krijgen. Je wordt hierdoor sneller moe.

Teer - beschadigt trilhaartjes in de luchtwegen, maakt longblaasjes kapot (longemfyseem) en verhoogt de kans op longkanker.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drugs
Drugs stimuleren je hersenen, verdoven je hersenen of laten je hersens anders werken.

Blowen kan je stemming versterken, daardoor kun je je beter of slechter voelen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdovende middelen - Laten je hersenen trager werken, versuffend. Verminderen pijn, angst. Voorbeeld: alcohol, heroïne, slaapmiddelen, lachgas, hasj, wiet.

Stimulerende middelen - Laten je hersenen sneller werken. Voorbeelden: nicotine, cafeïne, cocaïne, speed, xtc.

Bewustzijn veranderende middelen - Laten je hersenen anders werken. De werkelijkheid beleef je anders. Paddo's , lsd, lachgas, hasj en wiet

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies