omgaan met probleemgedrag

Dementie en onbegrepen gedrag
ekst
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GezondheidskundePraktijkonderwijsMBOLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Dementie en onbegrepen gedrag
ekst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk probleemgedrag kom
jij tegen op je werk?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is probleemgedag?
Probleemgedrag kan zijn: agressief gedrag, maar ook weglopen, onrust, storend gedrag of het weigeren van zorg. In de ouderenzorg , verstandelijk gehandicaptenzorg en de psychiatrie wordt het ook vaak onbegrepen gedrag genoemd. Voor zorgverleners is het vaak moeilijk om hiermee om te gaan. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probleemgedrag, signaalgedrag, onbegrepen gedrag, waar hebben we het dan over?

Slide 4 - Open vraag

maar 1 antwoord invullen


Definitie:
- Alle gedrag van de cliënt dat door deze cliënt en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren. ​
​ 


- In de herziene richtlijn Probleemgedrag bij dementie (2018) is deze definitie aangepast: 'Probleemgedrag is gedrag dat gepaard gaat met lijdensdruk of dat tot gevaar leidt voor de persoon met dementie of voor mensen in zijn of haar omgeving. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw rol

  • Onderbuikgevoel onderzoeken
  • Overleg met collega’s
  • Bijhouden over een paar dagen (episode)
  • Concreet maken wat je ziet
  • Feitelijk observeren en rapporteren (grijpt naar hoofd en grimas i.p.v. “heeft pijn”)(komen we straks op terug)
  • Daarna inbrengen bij artsenvisite/gedragsvisite

Slide 6 - Tekstslide


Afsluiten met dat dit de eerste stap is in het methodisch werken bij probleemgedrag. De zorg heeft de spilfunctie! Observeren de knik in het normale gedrag. Oren en ogen zijn de zorg.

Hoeveel mensen met dementie hebben onbegrepen gedrag?
A
40 tot 50 %
B
60 tot 70 %
C
70 tot 80 %
D
80 tot 90 %

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch werken om oorzaak  te achterhalen
Achtergronden van probleemgedrag zijn vaak ingewikkeld zijn. Daarom is het nodig methodisch te werk te gaan om de verschillende  factoren die invloed kunnen hebben, te achterhalen. Dat doe je samen met andere professionals en met naasten van de cliënt bijvoorbeeld via het 9-stappenplan. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9 stappenplan
Signaleringsfase – stap 1-3 
Diagnosefase – stap 4-5
Behandelfase – stap 6-7 
Evaluatiefase – stap 8-9

Lees meer: https://www.zorgvoorbeter.nl/tools/stappenplan-probleemgedrag

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multifactoriële benadering
Gedrag ontstaat vanuit een complexe samenhang van biologische, psychologische en sociale factoren.

Slide 14 - Tekstslide

Probleemgedrag wordt bijna altijd veroorzaakt door meerdere factoren tegelijkertijd. Menselijk gedrag ontstaat door een ingewikkelde interactie van biologische, psychologische en sociale en fysieke omgevingsfactoren. Daarom is dé oorzaak van probleemgedrag meestal niet aan te wijzen en is er meestal niet één oplossing.


Hoe wordt op je werk
omgegaan met probleemgedrag?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsgerichte zorg
Goed fundament voor zorgverlening:

  • Menselijke waarde
  • Unieke persoonlijkheid
  • Belang van perspectief
  • Belang van relaties en interacties




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aanpak
Een van de grootste risico’s bij het omgaan met probleemgedrag is dat al een oplossing wordt gekozen voordat precies duidelijk is wat de oorzaak is. Achtergronden van probleemgedrag zijn vaak ingewikkeld zijn. Daarom is het nodig methodisch te werk te gaan om de verschillende factoren die invloed kunnen hebben, te achterhalen. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ontstaan van onbegrepen gedrag
Gedrag, dus ook onbegrepen gedrag, wordt bepaald door de interactie tussen zorgvragers en diens omgeving. Factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van onbegrepen gedrag:
 
  • Lichamelijke conditie
  • Hersenaandoening
  • Medicijngebruik
  • Psychische factoren (persoonlijkheid, omgaan met tegenslag, levensloop, stemming, omgeving

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom multidisciplinair, methodisch en met een stappenplan werken bij probleemgedrag?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting

  • Door stapsgewijs te werken leer je oorzaken en gevolgen van probleemgedrag te onderscheiden.
  • Probleemgedrag is complex, je hebt info van alle betrokkenen nodig om goede beslissingen te nemen.
  • Door methodisch werken kun je er achter komen wat werkt, en wat niet werkt bij probleemgedrag.



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpmiddelen bij het stappenplan
Er zijn verschillende hulpmiddelen bij de observatie van het gedrag, bijvoorbeeld:

- Analyseformulier zorg (GRIP) (pdf)
- Hetero anamnese zorg (Word), vragenlijst voor EVV-ers bij probleemgedrag bewoner
- Vragenlijst Inventarisatie en observatie gedragsproblematiek in Handreiking Multidisciplinair omgaan met probleemgedrag - Geeltjesmeting Thema 'Verbeteren doe je zo'
- ABCs-methode (pdf)
https://www.zorgvoorbeter.nl/probleemgedrag-ouderen/stappenplan

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaleringsplan vb

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABC's methode
De ABCs-methode bestaat uit vier stappen waarmee je onbegrepen gedrag van mensen met dementie leert begrijpen en oplossen. 
De stappen staan beschreven in een flyer. Je krijgt tips om om te gaan met gedrag of emoties, zoals depressie en angsten, apathie, onrustig gedrag, en wanen en hallucinaties.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat het voor?
A - Actie: welk gedrag vertoont jouw cliënt met dementie?
B - Bewegers: wat is de aanleiding voor het probleemgedrag?
C - Consequenties: welke gevolgen heeft het gedrag?
s - samen: bespreek mogelijkheden voor verandering met andere betrokkenen.


De ABCs-methode werkt het beste als je veel contact houdt met je cliënt en zijn naasten. Maak duidelijke afspraken met elkaar en bedenk met elkaar mogelijke oplossingen. Betrek je team als dat nodig is.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies