Les 16 - Klas 3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen?

1. Herhalen

2. Lesdoelen

3. Uitleg + aant. 

4. Video 

5. Huiswerk

Rusland onder de Tsaren

De Sovjet-Unie

Communistische Partij aan de macht

Romanov

machthebbers regeren samen met de kerk

macht ligt bij arbeidersraden

Lesdoelen

- Je weet waarom er in Rusland revoluties ontstonden.

- Je weet dat de Sovjet-Unie ook een totalitaire dictatuur was en je kunt hier kenmerken van noemen. 

3. Uitleg

1917 - Twee revoluties 

Februarirevolutie

-> tsaar afgezet, Voorlopige regering. 

Aprilstellingen ~ Lenin

Oktoberrevolutie 

De bolsjewieken (aanhangers van Lenin) aan de macht. Sovjet-Unie wordt een totalitaire staat. 

De Aprilstellingen
1. Alle grond naar de .....
2. Alle fabrieken naar de .....
3. Alle macht naar de .......
4. Vrede met ......

3. Aantekening

1917 - 1922;  Russische burgeroorlog tussen 'De Roden' (bolsjewieken) en 'De Witten' (de tegenstanders van Lenin). 

1922: De Sovjet-Unie wordt opgericht o.l.v. Lenin 

Het werd een totalitaire dictatuur. 

- Geen andere partijen toegestaan

- Adellijke titels werden afgeschaft

- Fabrieken en boerenbedrijven in handen van de staat

- Propaganda

- Tegenstanders werden opgepakt, gedood of naar goelags gestuurd

3. Aantekening

In 1924 sterft Lenin, tussen 1924 en 1928 schakelt Jozef Stalin alle concurrentie uit in de partij en wordt alleenheerser. 

Onder Stalin wordt de Sovjet-Unie 

alleen maar totalitairder. 

Een doel van het communisme is een 

wereldrevolutie > westerse landen vrezen het ergste. 

3. Uitleg

'Wat voor nationaliteit hadden Adam en Eva?'

"Sovjetburgers natuurlijk. Wie anders loopt er blootsvoets en naakt rond, met een enkele appel die hij nog moet delen ook, en denkt dan nog dat hij in het paradijs is beland? '

Sovjet mop uit de tijd van het communisme

2. Lesdoelen

- Je weet waarom er in Rusland revoluties ontstonden.

- Je weet dat de Sovjet-Unie ook een totalitaire dictatuur was en je kunt hier kenmerken van noemen. 

Huiswerk

VWO: p. 4.4; opdracht 2, 4 en 5

HAVO: p. 4.4; opdracht 

Huiswerk