Terugblik 1.1 + 1.2

De Industriele revolutie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Industriele revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik 1.1 + 1.2

Slide 2 - Tekstslide

In welke tijdvak vond de industriële revolutie plaats?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van burgers en stoommachines
C
Tijd van de wereldoorlogen
D
Tijd van de televisie en de computer

Slide 3 - Quizvraag

Wat is dit voor apparaat?
A
Cotton gin
B
Spinnewiel
C
Drukpers
D
Waterrad

Slide 4 - Quizvraag

Welke hoort er niet bij als je denkt aan oude en nieuwe energiebronnen?
A
trekschuit
B
windmolen
C
stoomboot
D
zeilboot

Slide 5 - Quizvraag

In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de naam van deze machine?
A
Een grote boormachine
B
Een stoommachine
C
Een wapenmachine
D
Een weefmachine

Slide 7 - Quizvraag

Welk antwoord hoort er niet bij?
A
Stoommachines waren van hout.
B
Stoommachines zorgen voor een snellere productie.
C
Zonder steenkolen geen stoommachines.
D
Een gevolg van de stoommachines zijn fabrieken.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de Industriële Revolutie?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw
B
De trek van het platteland naar de stad
C
De overgang van werken met de hand naar werken met machines
D
Grote groepen arbeiders die in fabrieken werken.

Slide 9 - Quizvraag

Waarin handelde de WIC
A
slaven
B
tabak en katoen
C
wapens en stoffen
D
a, b, c

Slide 10 - Quizvraag

Wat is slavernij?
A
Als één heerser over het hele volk regeert.
B
Als een persoon eigendom is van iemand anders.
C
Als een persoon werkt tegen een klein loon.

Slide 11 - Quizvraag

In de tijd van de VOC (Gouden eeuw) kwamen veel ...... naar Nederland?
A
Kleding
B
Auto's
C
Specerijen
D
Slaven

Slide 12 - Quizvraag

wat is imperialisme?
A
gebieden veroveren om machtig te worden
B
handel drijven met andere landen
C
ontdekkingsreizen maken om nieuwe landen te vinden
D
in eigen land blijven om oorlog te vermijden

Slide 13 - Quizvraag

Waarom waren koloniën handig
A
Hier konden Europeanen grondstoffen halen
B
Hier waren grondstoffen en ontstonden nieuwe afzetmarkten
C
Hier ontstonden nieuwe afzetmarkten
D
Hier was ruimte voor europeanisering

Slide 14 - Quizvraag

De afzetmarkt en europeanisering zijn gevolgen van imperialisme
A
Waar
B
Niet waar
C
Ik heb geen idee waar dit overgaat

Slide 15 - Quizvraag

Europeanisering betekent dat...
A
Europa kolonies kreeg
B
Europa met elkaar in oorlog ging
C
Europa hun cultuur over de wereld wilde verspreiden
D
Iedereen Europees mocht worden

Slide 16 - Quizvraag

Welk begrip staat voor de afschaffing van de slavernij (1814)?
A
Nationalisme
B
Absolutisme
C
Abolitionisme
D
Accelerationisme

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noemen we het overleg in Berlijn dat Afrika verdeeld werd over Europese landen?
A
Conferentie
B
Imperialisme
C
Europeanisering
D
Natie

Slide 18 - Quizvraag