Biologie

POPULATIES EN ECOLOGIE
Met Breven, Abdel en Elise
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

POPULATIES EN ECOLOGIE
Met Breven, Abdel en Elise

Slide 1 - Tekstslide

Draagkracht
- Maximale hoeveelheid organismen die in een ecosysteem kunnen overleven en zich kunnen voortplanten.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De maximale hoeveelheid organismen die in een ecosysteem kunnen overleven zich kunnen voortplanten
A
Draagkracht
B
Zwaarkracht
C
Nulgroei
D
Crash

Slide 4 - Quizvraag

Wat is nulgroei?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Dynamisch evenwicht
- De manier waarop de verschillende populaties in een levensgemeenschap elkaars populatiegrootte beïnvloeden rond een gemiddelde waarde.

Slide 7 - Tekstslide

3  verschillende niveaus
1) levensgemeenschap
2) populatie
3) individueel
Positieve invloed: verdwijnen ziekteverwekker, versterkt evenwicht,..
Negatieve invloed: extreme hitte, ...

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De manier waarop de verschillende populaties in een levensgemeenschap elkaars populatiegrootte beïnvloeden rond een gemiddelde waarde.
A
Levensgemeenschap
B
Dynamisch evenwicht
C
Individueel
D
Draagkracht

Slide 10 - Quizvraag

Verstoring van de biodiversiteit

Slide 11 - Tekstslide

Overexploitatie
Organismen -> te veel hulpbronnen
Draagkracht -> overschreden
Dynamisch evenwicht -> uit balans

Slide 12 - Tekstslide

Verstoring van de mens
  • bossen kappen -> uitdroging en verwoestijning

Slide 13 - Tekstslide

Oversterfte
Als de verstoring van het dynamisch evenwicht te groot is, sterven er meer individuen in een populatie dan bij natuurlijke sterfte.

Slide 14 - Tekstslide

Habitatfragmentatie
- Habitatverlies
- organisme gaan concurreren met elkaar -> dynamisch evenwicht uit balans

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer spreek je van oversterfte?
A
Wanneer er minder individuen sterven dan bij natuurlijke sterfte
B
Wanneer alles dood gaat
C
Wanneer er genoeg individuen sterven dan bij een natuurlijke sterfte
D
Wanneer er meer individuensterven dan bij natuurlijke sterfte

Slide 16 - Quizvraag

Welke twee begrippen zijn sterk met elkaar verbonden?
A
Dynamisch evenwicht + habitat
B
Dynamisch evenwicht + draagkracht
C
Dynamisch evenwicht + biodiversiteit
D
Dynamisch evenwicht + nulgroei

Slide 17 - Quizvraag

Organisme gebruiken te veel hulpbronnen.
A
Overexploitatie
B
overfragmentatie
C
Overgebruik
D
Oversterfte

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide