Dienstag, den 11. Mai
1 / 25
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wir (moeten) zur Schule.
Slide 3 - Open vraag
(weet) du wo die Toilette ist?
Slide 4 - Open vraag
Er (wil) jetzt ein Eis.
Slide 5 - Open vraag
Ihr (willen) jetzt Ferien haben.
Slide 6 - Open vraag
Du (moet) deine Hausaufgaben noch machen.
Slide 7 - Open vraag
(weet) Sie wir die Karten kaufen müssen?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
landen
Slide 10 - Open vraag
warten
Slide 11 - Open vraag
reden
Slide 12 - Open vraag
chatten
Slide 13 - Open vraag
retten
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
vertaling: door
Slide 16 - Open vraag
vertaling: voor
Slide 17 - Open vraag
vertaling: tegen jullie
Slide 18 - Open vraag
vertaling: voor jou
Slide 19 - Open vraag
vertaling: om mij
Slide 20 - Open vraag
Vater hat ein.. Tasche (v) mit.
Slide 21 - Open vraag
Mein.. Mutter kauft für (mij) Blumen
Slide 22 - Open vraag
D.. Bruder hat ein.. Hund (m)
Slide 23 - Open vraag
(de) Frau hat (een) Katze.
-
-
