In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
havo 4
Jeudi le 3 juin
Slide 1 - Tekstslide
Aujourd'hui
Texte 1,2 et 3 havo 2015-I
Slide 2 - Tekstslide
Texte 1
Wat was voor Nick D’Aloisio de reden om een speciale software applicatie
te maken?
Citeer de eerste twee woorden van de zin waarin je dat leest.
Slide 3 - Tekstslide
Wat was voor Nick D’Aloisio de reden om een speciale software applicatie te maken? Citeer de eerste twee woorden van de zin waarin je dat leest.
Slide 4 - Open vraag
Texte 1
« Dure, la vie de millionnaire… » (dernière phrase du texte)
L’auteur le dit de quel ton ?
D’un ton
A fâché.
B indifférent.
C moqueur.
D sérieux.
Slide 5 - Tekstslide
« Dure, la vie de millionnaire… »(dernière phrase du texte)
L’auteur le dit de quel ton ?
D’un ton
A
fâché
B
indifférent
C
moqueur
D
sérieux
Slide 6 - Quizvraag
Texte 2
Geef van elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de tekst.
1 Steeds meer Franse vrouwen blonderen hun haar.
2 Mannen geven een hogere fooi aan blonde serveersters dan aan serveersters met een andere kleur haar.
3 In Frankrijk zijn vrouwen die van nature blond haar hebben in de minderheid.
Noteer het nummer van elke bewering, gevolgd door ‘wel’ of ‘niet’.
Slide 7 - Tekstslide
WEL/NIET
A
1 niet, 2 wel, 3 wel
B
1 niet, 2 niet, 3 wel
C
1 wel, 2 niet, 3 niet
D
1 wel, 2 wel, 3 niet
Slide 8 - Quizvraag
Texte 3
« Carat Duchatelet, c’est du solide ! » (titel)
Uit welke twee zinnen in de eerste alinea blijkt dat?
Citeer de eerste twee woorden van beide zinnen.
Slide 9 - Tekstslide
« Carat Duchatelet, c’est du solide ! » (titel) Uit welke twee zinnen in de eerste alinea blijkt dat? Citeer de eerste twee woorden van beide zinnen.
Slide 10 - Open vraag
Texte 3
Citeer de eerste twee woorden van de zin uit de tweede alinea waarin je
leest waarom beroemdheden als prins Albert en David Cameron een
beroep doen op Carat Duchatelet.
Slide 11 - Tekstslide
Citeer de eerste twee woorden van de zin uit de tweede alinea waarin je leest waarom beroemdheden als prins Albert en David Cameron een beroep doen op Carat Duchatelet.
Slide 12 - Open vraag
Texte 3
A quoi sert le 3ème alinéa ?
A A expliquer pourquoi Frédéric Duchatelet a fondé une entreprise au Bahreïn.
B A expliquer pourquoi Frédéric Duchatelet a voulu devenir mécanicien.
C A montrer comment l’aventure de Frédéric Duchatelet s’est déroulée.
D A montrer comment les banques ont aidé Frédéric Duchatelet à
réaliser son projet.
Slide 13 - Tekstslide
A quoi sert le 3ème alinéa ?
A
A expliquer pourquoi Frédéric Duchatelet a fondé une entreprise au Bahreïn.
B
A expliquer pourquoi Frédéric Duchatelet a voulu devenir mécanicien.
C
A montrer comment l’aventure de Frédéric Duchatelet s’est déroulée.
D
A montrer comment les banques ont aidé Frédéric Duchatelet à
réaliser son projet.
Slide 14 - Quizvraag
Texte 3
Sur quel aspect de la société Carat Security Group est-ce que l’auteur
met l’accent au 4ème alinéa ?
A Les revenus de ses dirigeants.
B Le talent de ses employés.
C Ses méthodes de vente.
D Son succès international.
Slide 15 - Tekstslide
Texte 3
Sur quel aspect de la société Carat Security Group est-ce que l’auteur
met l’accent au 4ème alinéa ?
A Les revenus de ses dirigeants.
B Le talent de ses employés.
C Ses méthodes de vente.
D Son succès international.
Slide 16 - Tekstslide
Sur quel aspect de la société Carat Security Group est-ce que l’auteur met l’accent au 4ème alinéa ?
A
Les revenus de ses dirigeants.
B
Le talent de ses employés.
C
Ses méthodes de vente.
D
Son succès international.
Slide 17 - Quizvraag
Texte 3
Is er volgens de vijfde alinea verschil tussen een gewone auto en een
gepantserde auto voor wat betreft de onderstaande aspecten?
1 de lengte
2 de hoogte
3 het gewicht
4 de maximumsnelheid
Noteer het nummer van elk aspect, gevolgd door ‘ja’ of ‘nee’.
Slide 18 - Tekstslide
Is er volgens de vijfde alinea verschil tussen een gewone auto en een gepantserde auto voor wat betreft de onderstaande aspecten?
1 de lengte 2 de hoogte 3 het gewicht 4 de maximumsnelheid
Noteer het nummer van elk aspect, gevolgd door ‘ja’ of ‘nee’.
Slide 19 - Open vraag
Texte 3
Qu’est-ce que l’exemple de José Maria Aznar (ligne 103) montre ?
A Que depuis 1995 la plupart des voitures certifiées Carat se trouvent en Espagne.
B Que la clientèle de Carat se compose surtout d’hommes d’affaires africains.
C Que la plupart des voitures certifiées Carat ont déjà été la cible d’une attaque.
D Que la qualité du blindage des voitures certifiées Carat est vraiment très bonne.
Slide 20 - Tekstslide
Qu’est-ce que l’exemple de José Maria Aznar (ligne 103) montre ?
A
Que depuis 1995 la plupart des voitures certifiées Carat se trouvent en Espagne.
B
Que la clientèle de Carat se compose surtout d’hommes d’affaires africains.
C
Que la plupart des voitures certifiées Carat ont déjà été la cible d’une attaque.
D
Que la qualité du blindage des voitures certifiées Carat est vraiment très bonne.
Slide 21 - Quizvraag
Texte 3
Choisissez le(s) mot(s) qui manque(nt) à la ligne 116.
A Bref
B De plus
C En effet
D Pourtant
Slide 22 - Tekstslide
Choisissez le(s) mot(s) qui manque(nt) à la ligne 116.