Theme 6 In the City, Grammar 15 & 16 + voca check

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Theme 6 In the City

Hoe voel jij je nu?
Maak een foto :)

Vandaag:

• Grammar 15:  Can (kunnen) & could (zou kunnen)
• Grammar 16: Gebiedende wijs 
• vocabulary check

Grammar 15: can & could

Feitjes 1 (dit moet je weten!):

• Can  gebruik je: Om te zeggen dat iemand iets kan.
• Could  gebruik je: Om te zeggen dat iemand iets zou kunnen.                                                                      

Voorbeeldzinnen:

• She can show you how to use your laptop. 
• They could visit us if they want to.

Grammar 15, can & could

Feitjes 2 (moet je weten!)

• Cannot of can't gebruik je: Om te zeggen dat iemand iets NIET kan.
• Als je wil vragen of iemand iets kan, zet je can/could vooraan in de zin. 
• Het is beleefder om could te gebruiken.

Voorbeeld zinnetjes:

• I can't visit my grandmother at the moment.
• Can I see that?
• Could you tell me were I can find the homework?

00:07

Wat is het belangrijkste verschil tussen can en could?

Even testen!

1. My dog                      help you get the newspaper.

2.                       you answer me please?

3. I                      go to school because of the coronavirus.

4.                     you tell me the way to the Big Ben? 

can

could

cannot

could

Can or Could?
"... you repeat that, please?"

1. Can
2. Could

She ... sing very well

1. can
2. could

He ... run. He is paralised.
(paralised = verlamd)

1. can
2. cannot
3. can't
4. could not

Grammar 16, Gebiedende wijs

Feitjes (moet je weten!):

• Als je iemand wil zeggen dat hij/zij iets moet doen, start je de zin met het hele werkwoord (zonder to). 
• Als je iemand wil zeggen dat hij/zij iets niet moet doen, begin je de zin met don't.                                                          

Voorbeeldzinnen:

• Read the instructions!
• Don't tell you mother!

In welke zin is de gebiedende wijs gebruikt?

1. You have to stop talking and put away the bag
2. Stop talking and put away the bag!

Wat is goed? (Meerdere antwoorden mogelijk)

1. Pick up that book.
2. Don't mess it up.
3. I like to dance in my room.
4. She sang in front of her parents.

Imperative oefenen

Use this link to go to some exercises online. Good luck!

Dit was de grammatica van deze week. Kan je nu verder met Grammar 15 & 16?

1. Ja!
2. Jawel, maar ik lees het nog een keertje door.
3. Jawel, maar het zou fijn zijn dit nog eens samen te doen.
4. Ik snap er eigenlijk nog weinig van..

Vertaal: hoofdstad

Vertaal: doorbrengen

Vertaal: Kathedraal

Vertaal: tegenover

Vertaal: kruising

The end!