oefenen toets crimi

en nu even oefenen!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

en nu even oefenen!

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van asociaal gedrag?
A
Plastic drinkflesje in de prullenbak gooien.
B
Voor iemand opkomen die gepest wordt.
C
's Nachts harde muziek draaien in een flat
D
Opstaan voor een ouder iemand in de trein

Slide 2 - Quizvraag

Welke omschrijving past bij delict?
A
Moeilijke keuze
B
Uitsluiting van de handel
C
Strafbaar feit
D
Verdrag tussen twee landen

Slide 3 - Quizvraag

Misdrijf
Overtreding
Een fiets stelen
Door rood rijden
Wildplassen
Rijden onder invloed

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is waar?
A
overtredingen zijn ernstige strafbare feiten
B
een poging doen tot een overtreding is niet strafbaar als het niet lukt
C
Bij een misdrijf is altijd een officier van justitie betrokken.
D
bij een overtreding krijg je meestal gevangenisstraf

Slide 5 - Quizvraag

Ze mogen je maar een bepaald aantal uur vasthouden voor verhoor. Welke tijd telt niet mee als je wordt verhoord op het politiebureau?
A
12:00 en 18:00
B
00:00 en 09:00

Slide 6 - Quizvraag

Overspel was vroeger nog strafbaar, maar is in 1970 afgeschaft. Dit is een voorbeeld van?
A
Plaatsgebonden criminaliteit
B
Tijdsgebonden criminaliteit

Slide 7 - Quizvraag

Anita is erg angstig als ze er achter komt dat haar portemonnee gestolen is en durft niet meer alleen over straat. Dit is een voorbeeld van:
A
Materiele gevolgen van criminaliteit
B
Immateriële gevolgen van criminaliteit

Slide 8 - Quizvraag


Wat is een rechtsstaat?
A
Een staat waarin de overheid de absolute macht heeft
B
Een staat waarin de burgers zich aan wetten moeten houden
C
Een staat waarin de burgers en de overheid zich aan de wetten moeten houden
D
Een staat waarin de koning de absolute macht heeft

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn de 4 versterkende risicofactoren waardoor mensen eerder overgaan op crimineel gedrag?

Slide 10 - Open vraag

Match de omschrijving met de juiste bevoegdheid
Staande houden
Aanhouden
Vasthouden
Fouilleren
Bekeuren
1. De politie stopt de verdachte tijdelijk in een politiecel
2. De politie schrijft een boete uit voor rijden zonder helm
4. De politie arresteert een verdachte
5. De politie controleert de kleding van een verdachte
3. De politie vraagt een verdachte op straat om zijn ID te laten zien

Slide 11 - Sleepvraag


Proces-verbaal is:
A
de politie zoekt naar bewijzen van een gepleegd strafbaar feit
B
een officieel schriftelijk verslag van een strafbaar feit
C
de officier van justitie besluit dat er een rechtszaak komt
D
de politietaak om mensen te adviseren en service te verlenen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de overeenkomst tussen een schikking en seponeren?
A
In beide gevallen is de verdachte onschuldig
B
In beide gevallen is de verdachte schuldig
C
In beide gevallen komt het niet tot een rechtszaak
D
In beide gevallen wordt de verdachte door het OM gestraft

Slide 13 - Quizvraag

Wie zegt wat?
rechter 
Officier van Justitie
verdachte 
getuige 
advocaat
Ik heb het echt niet gedaan!
Ik heb het zelf gezien
Ik veroordeel de dader voor 3 jaar gevangenisstraf 
Ik vind dat deze vrouw een hoge straf verdient
Ik vind dat deze vrouw helemaal geen straf verdient 

Slide 14 - Sleepvraag

Welke van de beweringen is of zijn juist?
I. Als de officier van justitie een geldboete of taakstraf oplegt, is er sprake van een schikking.
II. De officier van justitie beslist of een verdachte voor de rechter moet verschijnen.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 15 - Quizvraag

Verdachte
Rechters
Advocaat
Getuige
Journalist
Officier van Justitie
Griffier

Slide 16 - Sleepvraag

Hans wordt ervan verdacht iemand te hebben neergestoken. Het DNA van Hans zat op het moordwapen, zijn zus heeft in een verklaring gezegd dat ze het heeft zien gebeuren en Hans heeft bekend. Genoeg bewijs om de zaak voor de rechter te brengen.
A
Seponeren
B
Schikken
C
Strafbeschikking
D
Vervolgen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een dagvaarding?
A
De oproep om voor de rechter te komen
B
Wanneer de politie toestemming krijgt om jou een extra dag vast te houden
C
Het bevel om jezelf bij de gevangenis te melden.

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent ontoerekeningsvatbaar?
A
Een verdachte is niet vatbaar voor de straf die wordt geëist
B
Een verdachte kan de rekening van zijn advocaat niet meer betalen
C
Een verdachte wordt zijn daad niet aangerekend omdat hij psychisch niet in orde is
D
een verdachte is onvoorspelbaar

Slide 19 - Quizvraag

Wat is tbs?
A
Een strafbaar feit
B
een misdaad
C
een rechtszaak opnieuw laten voorkomen omdat er nieuwe feiten zijn
D
een verplichte opname van een veroordeelde misdadiger in een psychiatrische kliniek

Slide 20 - Quizvraag

Hoe lang duurt TBS?
A
Dit kan levenslang duren. Pas als de dader geen gevaar meer is wordt de TBS niet meer verlengd
B
2 jaar
C
Voor altijd. Het is het zelfde als levenslang
D
tot het hoger beroep bij de Hoge Raad. Dit noem je ook wel cassatie.

Slide 21 - Quizvraag

Hoofdstraffen
Bijkomende straffen
Maatregelen
Bedoeld om de samenleving tegen de dader te beschermen
Taakstraf
Gevangenis-straf
Hechtenis
Heeft te maken met het strafbare feit
Ontzegging uit rijbevoegdheid
tbs
geldboete

Slide 22 - Sleepvraag


Het voordeel van een taakstraf is dat je:



A
kunt kiezen tussen een boete en gevangenisstraf
B
niet de gevangenis in hoeft
C
alleen een boete hoeft te betalen
D
onschuldig bent

Slide 23 - Quizvraag

Mieke krijgt een taakstraf van 100 uur waarvan 40 voorwaardelijk. Hoeveel uur taakstraf moet ze uitvoeren?
A
60
B
40
C
140

Slide 24 - Quizvraag

Welk doel past bij de situatie? 

1. De moeder van een meisje dat ontvoerd was:" ik wil dat de dader nooit meer de kans krijgt zoiets uit te halen."

2. Rechter: "U krijgt een taakstraf van 20 uur. Hopelijk leert u er wat van."

3. Rechter: "Bovendien moet u uw rijbewijs inleveren voor het komende halfjaar. Ik ga ervan uit dat u de volgende keer wel twee keer nadenkt voordat u dronken achter het stuur kruipt."

4. Vader van een jongen die in elkaar geslagen is:" Ik zou willen dat de dader dezelfde pijn kon voelen als mijn zoon. Dat kan niet. Maar hij gaat wel een tijdje de cel in, gelukkig." 
Wraak
Afschrikking
veiligheid vd samenleving
resocialisatie

Slide 25 - Sleepvraag

De boete voor te hard rijden moeten we flink verhogen!
A
repressie
B
preventie
C
plaatsgebonden recht
D
Dordrecht

Slide 26 - Quizvraag

Mevrouw Weber heeft camera's geplaatst om spieken te voorkomen. Deze maatregel hoort bij...
A
preventief
B
repressief
C
Dordrecht
D
subjectief

Slide 27 - Quizvraag

Ik ben ........... voorbereid op de toets
A
Helemaal niet
B
Mwah
C
Goed
D
Heel goed

Slide 28 - Quizvraag