week 4

Mevrouw de Cuba
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Tekstslide

Doel van vandaag: wat moet je leren voor de SO?

Slide 2 - Tekstslide

OBJETIVOS
Después de esta clase...

1. ...sé qué es un imperativo
2. ...sé poner verbos regulares en el imperativo
3. ...sé los imperativos irregulares
4. ...sé de qué va la unidad 4

Slide 3 - Tekstslide

El programa de hoy 
5 min - bienvenidos 
10 min - herhaling 
15 min - F leer y escuchar 
20 min - vocabulario 
10 min - frases clave 
15 min - ¿Quién soy yo?
Deberes 

Slide 4 - Tekstslide

El imperativo
¿Qué es el imperativo?
¿Para qué necesitas el imperativo?
¿Cómo hay que formar el imperativo?

Slide 5 - Tekstslide

Imperativo: enkelvoud
Let op, sommige enkelvoudsvormen zijn onregelmatig.

Slide 6 - Tekstslide

Imperativo: meervoud

Slide 7 - Tekstslide

Gebruik je voor, bijvoorbeeld:
- bevelen geven
- instructies geven
- een recept schrijven
- waarschuwen

Slide 8 - Tekstslide

F Leer y escuchar 
¿Qué? F leer y escuchar 'datos personales ejercicio 18 t/m 20
¿Cómo? en parejas 
¿Tiempo? 15 min
¿Objetivo? Practicar con los datos personales 

¿Listo? neem woordenlijst 3.4 door 
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Vocabulario 
describir una persona 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

aspecto físico

Slide 13 - Woordweb

Mijn haar / ogen
 Ik heb blond / rood / bruin / zwart haar  > TENER
Ik heb kort / lang / steil / gekruld haar > TENER
TENGO EL PELO …….
(rubio / rojo / castaño / negro)
(corto / largo / liso / rizado)
           Ik heb bruine / blauwe / groene / zwarte ogen > TENER
TENGO LOS OJOS …….
(marrones / azules / verdes / negros)


Slide 14 - Tekstslide

postuur
ik ben lang / klein / dik / dun > SER
SOY ……
(alto/a / bajo/a  / gordo/a  / delgado/a )


Slide 15 - Tekstslide

Vertel hoe je eruit ziet.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

¿Cómo es?
¿Cómo es su pelo?
¿Cómo son sus ojos?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

¿Cómo es?
¿Cómo es su pelo?
¿Cómo son sus ojos?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

¿Cómo es?
¿Cómo es su pelo?
¿Cómo son sus ojos?

Slide 22 - Open vraag

WB PG. 100
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide


Utilizamos nuestros......
para oír.

Tengo .... largo.


2. El niño tiene ..... grandes. (ojos/orejas)
1. Tiene ...... largo y moreno. (pelo/boca)

Slide 24 - Tekstslide

¿Quién soy yo?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide