Herhalen ch 1

Good morning
Grab something to write on. 


Tuesday the 16th of November
- How to study
- Herhalen to be & object pronouns
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Good morning
Grab something to write on. 


Tuesday the 16th of November
- How to study
- Herhalen to be & object pronouns

Slide 1 - Tekstslide

How to study
In Google classroom staat een bestand genaamd ''chapter 1 grammatica 1T''  Hierin staat de Nederlandse grammatica uitleg. 

Let op! De object pronouns staan hier niet in! Deze hoef je niet te leren.  

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

How to study
Zorg ervoor dat je de grammatica kan toepassen. Dit kan je oefenen bij slim stampen. 

Er zal ook een leestekst zijn. Je kan je leesvaardigheid oefenen met Readtheory.org of learnenglish.britishcouncil.org (niveau A1) 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

                           Independently

Where? Hand-outs
What? Pak een hand-out (voorin) naar keuze en ga deze maken. Kijk hem vervolgens na. 
How? Individually
Help? No questions
Time? 30 minutes
Finished? Slim stampen grammatica
Readtheory.org

                        With teacher

Where? With the teacher
What? Ik herhaal de uitleg en gezamenlijk gaan wij extra oefenen. 
How? Together with me
Help? Ask the teacher
Time? 30 minutes

Slide 7 - Tekstslide

Welke subject pronouns ken je nog?

Slide 8 - Woordweb

Subject pronouns
(persoonlijke voornaamwoorden - onderwerpsvorm)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

you (ev)
I
He
We
They
Joe, Sarah and Bob, went hiking this weekend. 
Nick and I love football. 
Our cousin Glenn just graduated from high school. 
...... (ik) like English.
..... (jij) can speak Portugese

Slide 11 - Sleepvraag

Wat weet je nog van de present simple?

Slide 12 - Woordweb

Werkwoord to be
To be betekend zijn.

Net als in het Nederlands moeten wij dit werkwoord vervoegen.
We zeggen namelijk niet: ik zijn, hij zijn, etc. 


Slide 13 - Tekstslide

to be or not to be

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

End of the lesson
Any questions? 

Start preparing for the test in time! 

No homework :)

Slide 16 - Tekstslide