3Vc

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

20. Januar 2023
Herzlich Willkommen!

Slide 2 - Tekstslide

Unterrichtsplanung
- Verbesserung/Besprechen der ersten Klassenarbeit
- Wiederholung: Dativ und Akkusativ (pers. vnw. in derde naamval en vierde naamval)
- Dativ und Akkusativ: Der-Gruppe

Slide 3 - Tekstslide

Lernziele
Je kunt het zelfstandig naamwoord in de derde en vierde naamval gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Als je een zelfstandig naamwoord met het woord hij kan vervangen dan is het .....
A
1 naamval
B
4 naamval

Slide 5 - Quizvraag

Het onderwerp van de zin is altijd de .................
A
eerste naamval
B
vierde naamval

Slide 6 - Quizvraag

Wat denk je?
Wat zijn hier de voorzetsels:
A
der die das
B
mein dein sein
C
ich du er sie es
D
für ohne mit nach in

Slide 7 - Quizvraag

Dus ....
Voorzetsels zijn woorden zoals für, ohne, an, bei, in, nach, mit ...
In het Duits worden voorzetsels steeds met een bepaalde naamval verbonden. De meeste voorzetsels hebben een vaste naamval achter zich. 
Dat betekent. Als je in de zin een bepaald voorzetsel ziet, weet  je meteen over welke naamval gaat.

Slide 8 - Tekstslide

Nu ga je aan de slag met de voorzetsels die met de 4 de  naamval verbonden zijn.  Er zijn totaal 7

Slide 9 - Tekstslide

Ich gehe durch den Park

Slide 10 - Tekstslide

Ohne Moos nix los

Slide 11 - Tekstslide

Das Auto ist gegen einen Baum gefahren.

Slide 12 - Tekstslide

Die Rose ist für meine Mutter.

Slide 13 - Tekstslide

Die Kette hängt um ihren Hals.

Slide 14 - Tekstslide

Das Schiff fährt die Küste entlang.

Slide 15 - Tekstslide

Bis nächste Woche habe ich jeden Tag einen Test.

Slide 16 - Tekstslide

7 Voorzetsels !!!
Durch gegen für ohne um bis entlang

Als je deze voorzetsels in de zin hebt, heb je altijd met de 4e naamval te maken.  

Slide 17 - Tekstslide

Die Blume ist für ............ Opa.
A
der
B
den
C
die
D
das

Slide 18 - Quizvraag

Die Familie sitzt um ...... Tisch (m)
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 19 - Quizvraag

Er geht durch ......... Wald (m)
A
den
B
der
C
die
D
das

Slide 20 - Quizvraag

Alles Duidelijk?

Slide 21 - Tekstslide

Misschien kan ik je helpen om de 5 voorzetsels te onthouden. Kijk naar de onderstaande verhal
Een verliefde jongen heeft een ketting voor een meisje gekocht. Ze kon hem niet om haar hals dragen want ze had allergie tegen zilver. Ze liep zonder ketting door de straat.

of ......

Slide 22 - Tekstslide

Liefdesgedicht
Hij zei tegen haar
Ik ben door de liefde niet  bevrijd
Ik kan niet zonder jou
Ik geef om jou
Ik doe alles voor  jou
 

Slide 23 - Tekstslide

Er geht durch .......... Zimmer (o)
A
einen
B
ein
C
eines
D
eine

Slide 24 - Quizvraag

Ohne ........... Vater werde ich es nicht tun.
A
mein
B
meiner
C
meinen
D
meine

Slide 25 - Quizvraag

Das ist gegen .......... Willen (m)
A
meine
B
mein
C
meiner
D
meinen

Slide 26 - Quizvraag