Mag dat wel van Sint, jokken?

2.3 Lezen

''Mag dat wel van Sinterklaas, jokken?'' De Stentor
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.3 Lezen

''Mag dat wel van Sinterklaas, jokken?'' De Stentor

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kunt de moeilijkewoordenwijzer toepassen
- Je kunt de steekwoorden (belangrijkste woorden) in een
    alinea herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Tekst uit De Stentor over Sinterklaas
  • Je noteert van elke alinea in steekwoorden de kern van die alinea
  • Opdrachten over de tekst maken
  • Volgende les je schrijft een ingezonden brief aan De Stentor 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Link

Tekst lezen
We beginnen samen de tekst te lezen.
Daarna verder in duo's

 Na elke alinea stop je en zet je ''de gegevens op een rij''. Je noteert na elke alinea in steekwoorden de kern van de alinea. 
Klaar? Noteer de woorden in de tekst die je niet kent/moeilijk vindt en zoek de betekenis op. 
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Wat bedoelt de schrijver met ‘de volgende sint-splijtzwam’?

Slide 7 - Open vraag

Waarom twijfelt Wendy of ze de waarheid over Sinterklaas aan haar zoon moet vertellen?

Slide 8 - Open vraag

Hoe ervaart Wendy de invloed van het Sinterklaasjournaal op haar zoon?

Slide 9 - Open vraag

Hoe ging Hendrik uit Bavel vroeger met het Sinterklaasverhaal om? Wat vond hij belangrijk voor zijn dochter?

Slide 10 - Open vraag

Bespreek met elkaar:
Waarom is deze tekst belangrijk om te lezen? 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
  • Noteer de woorden in de tekst die je niet kent/moeilijk vindt en zoek de betekenis op. 

  • Schrijf op eigen blaadje:
 Wat vind jijzelf? Mogen ouders jokken van Sinterklaas? Hoe vond jij het toen je achter 'de waarheid' kwam? 
Is voorbereiding op schrijven ingezonden brief

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kunt de moeilijkewoordenwijzer toepassen
- Je kunt de steekwoorden (belangrijkste woorden) in een
    alinea herkennen.

Slide 13 - Tekstslide

Moeilijkewoordenwijzer
Stap 1: Is het woord belangrijk?
Stap 2: Zo ja, kijk naar de context (de tekst in de
              buurt van het woord). Staat daar bijv.:
              a. een omschrijving
              b. een synoniem        (bv. arts-dokter, docent-leraar)
              c. een tegenstelling (bv. moeilijk-makkelijk)
              d. een zin die je op een idee brengt
Stap 3: Geen aanwijzing? Kijk in het woordenboek
              of vraag de betekenis aan iemand.
zie
blz. 81

Slide 14 - Tekstslide