Lezen 1.3 (les 1)

Lezen 1.3 (les 1)
''Mag dat wel van Sinterklaas, jokken?''
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen 1.3 (les 1)
''Mag dat wel van Sinterklaas, jokken?''

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week

-Verder gewerkt aan je moodboard (woensdag laatste les om hieraan te werken)
Vandaag 

-Starten met 1.3 lezen
-Wat moet je kennen van 1.3?
-Tekst over Sinterklaas + vragen


Slide 2 - Tekstslide

Lezen 1.3 en 2.3
De toets gaat over 1.3 en 2.3. Vandaag starten we met lezen 1.3

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je kennen/kunnen in 1.3?
  • De leesstrategieën:  verkennend, nauwkeurig, zoekend en studerend lezen
  • Informatieve teksten lezen (bijvoorbeeld een krantenbericht)
  • De hoofdgedachte van een tekst kunnen geven
  • Tekstopbouw snappen: inleiding, kern, slot 

Slide 4 - Tekstslide

Tekst uit De Stentor: Mag dat wel van Sinterklaas, jokken? 
  • Tijdens het lezen markeer je de moeilijke woorden in de tekst.
  • Na het lezen beantwoord je de vragen in LessonUp 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Link

Waar gaat de tekst over?
A
Over waarom kinderen bang zijn voor Zwarte Piet.
B
Over of het goed is om kinderen te laten geloven in Sinterklaas.
C
Over hoe kinderen cadeautjes krijgen met Sinterklaas.

Slide 8 - Quizvraag

Waarom twijfelt Wendy over Sinterklaas?
A
Haar zoon vindt de Sinterklaastijd te spannend.
B
Haar zoon wil geen cadeautjes meer.
C
Haar zoon houdt niet van het Sinterklaasjournaal.

Slide 9 - Quizvraag

Wat bedoelt Wendy met groepsdruk?
A
Ouders moeten allemaal cadeautjes kopen.
B
Ouders voelen dat ze mee moeten doen met het Sinterklaasfeest.
C
Ouders willen liever geen geheimen bewaren.

Slide 10 - Quizvraag

Hoe ging Hendrik om met Sinterklaas?
A
Hij vertelde zijn dochter meteen dat Sinterklaas niet echt was.
B
Hij liet zijn dochter bang worden voor Sinterklaas.
C
Hij deed alsof Sinterklaas echt was, maar gaf eerlijk antwoord op vragen.

Slide 11 - Quizvraag

Waarom vinden sommige kinderen Sinterklaas een beetje eng?
A
Omdat er geen cadeautjes zijn.
B
Omdat ze denken dat iemand zomaar het huis binnenkomt.
C
Omdat ze niet mogen zingen voor de schoen.

Slide 12 - Quizvraag

Wat zegt onderzoeker Rianne Kok over liegen tegen kinderen?
A
Liegen over Sinterklaas is altijd slecht voor kinderen.
B
Liegen over Sinterklaas kan geen kwaad als je het goed doet.
C
Kinderen worden altijd boos als ze de waarheid ontdekken.

Slide 13 - Quizvraag

Wat kun je als ouder doen als een kind vragen stelt over Sinterklaas?
A
Je kunt proberen het verhaal te blijven verdedigen.
B
Je kunt het kind zelf laten ontdekken dat Sinterklaas niet echt is.
C
Je kunt boos worden als het kind niet meer gelooft.

Slide 14 - Quizvraag

Stelling 1: Ouders moeten eerlijk zijn tegen hun kinderen over Sinterklaas.
Stelling 2: Het is goed om het verhaal van Sinterklaas een tijdje in stand te houden.
A
Ik ben het eens met stelling 1
B
Ik ben het eens met stelling 2

Slide 15 - Quizvraag

Wat ga je doen?
Zoek de  betekenis op van de woorden die je hebt onderstreept en schrijf het begrip + betekenis op. 

Slide 16 - Tekstslide

Zelf maken:
Je beantwoordt de volgende vragen bij de tekst:
-Wat is de tip van Rianne Kok voor ouders?
-Wat gebeurt er meestal als kinderen de waarheid over Sinterklaas ontdekken?
-Wat kun je volgens de tekst beter niet doen als ouder?

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden
Wat is de tip van Rianne Kok voor ouders?
Volg het tempo van het kind en hoe het er zelf achter komt.

Wat gebeurt er meestal als kinderen de waarheid over Sinterklaas ontdekken?
Ze zijn even teleurgesteld, maar later gaat het weer goed.

Wat kun je volgens de tekst beter niet doen als ouder?
Te veel moeite doen om de Sinterklaasmythe in stand te houden.

Slide 18 - Tekstslide