Kennisactivatie quiz h3 Globalisering

Kennisactivatie quiz Globalisering
Kennisactivatie quiz Globalisering
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Kennisactivatie quiz Globalisering
Kennisactivatie quiz Globalisering

Slide 1 - Tekstslide

Wat is internationale arbeidsverdeling?
A
Ieder land produceert ergens anders om concurrentie te voorkomen
B
Ieder land produceert waar het goed in is
C
Ieder land koopt wat die nodig heeft en wat zij zelf niet kunnen maken

Slide 2 - Quizvraag

Noem voorbeelden van bedrijven met internationale arbeidsverdeling?
A
MCD
B
Nike
C
Praxis
D
Apple

Slide 3 - Quizvraag

Waarom vestigen MNO`s zich in lage loon landen?
A
Dan zijn de productiekosten lager
B
Daar zijn meer gebouwen te koop
C
Daar hebben ze meer werknemers

Slide 4 - Quizvraag

Wat is isolationisme?
A
Sommige landen sluiten zich buiten van andere landen
B
Super goed meedoen met de wereldhandel
C
Sommige landen sluiten zich zelfs doelbewust helemaal af van de buitenwereld

Slide 5 - Quizvraag

Waarom heeft een land protectionisme?
A
Arbeiders beschermen voor werkgevers
B
Om hun eigen land te beschermen voor eigen handel en industrie
C
Dijken bouwen voor bescherming

Slide 6 - Quizvraag

Uit welke 3 dimensies bestaat globalisering?
A
Politiek, economisch en cultureel
B
Verdediging, politiek en economisch
C
Politiek, sociaal en cultureel
D
Politiek, ecologisch en cultureel

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een oorzaak van economische globalisering?
A
President van Amerika
B
Amerikanisering
C
Technologische netwerken

Slide 8 - Quizvraag

Waarom is de VN opgericht?

A
Om oorlogen te voorkomen
B
Iedereen eten te gaan
C
Om eerlijke handel

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een nadeel aan het digitale netwerk?

A
Cultuur vermenging
B
internet criminelen
C
socialer zijn
D
makkelijk bereikbaar

Slide 10 - Quizvraag

Waarom profiteren niet alle landen van de technologische vooruitgang?

A
Niet betaalbaar
B
relatieve afstand
C
geen transport netwerken
D
absolute afstand

Slide 11 - Quizvraag

Wat is internationalisering?

A
Het gevolg van globalisering waarbij landen gericht zijn op het buitenland
B
Het gevolg van globalisering waarbij landen gericht zijn op het hun zelf

Slide 12 - Quizvraag

Wat is globalisering van de culturele dimensie?
A
Migratie en internet
B
Migratie en toerisme
C
Internet en toerisme

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen absolute afstand en relatieve afstand?
A
Absoluut is uitgedrukt in uren en relatief is tijd
B
Absoluut is uitgedrukt in tijd en relatief in geld
C
Absoluut is uitgedrukt in kilometers en relatief is tijd

Slide 14 - Quizvraag

Waardoor is de relatieve afstand kleiner geworden?
A
Absoluut is uitgedrukt in uren en relatief is tijd
B
Absoluut is uitgedrukt in tijd en relatief in geld
C
Absoluut is uitgedrukt in kilometers en relatief is tijd

Slide 15 - Quizvraag