Les 3.1 Genotype en fenotype

Thema 3
Erfelijkheid en evolutie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 3
Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Start Erfelijkheid 

  • Theorie genotype en fenotype
  • Verwerking opdrachten
  • Quizvragen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat een genotype, wat een fenotype en wat een gen is.

Je kunt beschrijven hoe organismen informatie over erfelijke eigenschappen overdragen aan hun nakomelingen via chromosomen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Chromosomenparen
De chromosomen van één cel van een vrouw 
46 chromosomen die paren vormen 

Slide 5 - Tekstslide

DNA ligt in chromosomen

Slide 6 - Tekstslide

Genotype
Je genotype bestaat uit duizenden eigenschappen



De informatie van erfelijke eigenschappen ligt in het DNA in de celkernen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Gen expressie

<- gen inactivatie


<- gen expressie

Slide 10 - Tekstslide

Allel

Slide 11 - Tekstslide

Allel: Variant van een gen

Slide 12 - Tekstslide

Fenotype 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe komt het fenotype tot stand?

Slide 14 - Tekstslide

Genotype en fenotype
Genotype

Fenotype


Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk
Basisstof 3.1
Opdracht 
1 t/m 9
Opdracht 3 hoeft niet

Slide 16 - Tekstslide

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 17 - Quizvraag

Een tatoeage is een voorbeeld van...
A
genotype
B
fenotype
C
genotype en fenotype

Slide 18 - Quizvraag

Welke van de twee kan je in je leven veranderen?
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 19 - Quizvraag

Van klein naar groot:
A
DNA-Chromosomen-Celkern-Cel
B
Celkern-DNA-Chromosomen-Cel
C
Chromosomen-Celkern-Cel-DNA
D
Cel-Chromosomen-Celkern-DNA

Slide 20 - Quizvraag

Wat wordt bepaald door genotype of fenotype? Sleep de eigenschappen A t/m H naar genotype of fenotype. 
Genotype
Fenotype
Een wipneus
Stijl haar vanaf de geboorte
Piercings 
Behaarde bladeren
Een litteken
Goed kunnen piano spelen
Eelt op je handen door hard werken
Blauwe ogen

Slide 21 - Sleepvraag

Wat is hier veranderd?
A
Alleen het fenotype
B
Fenotype en genotype
C
Alleen genotype

Slide 22 - Quizvraag

Bij een twee-eiige tweeling is:
A
Het genotype en fenotype hetzelfde
B
Alleen fenotype hetzelfde
C
Genotype en fenotype verschillend
D
Alleen fenotype verschillend

Slide 23 - Quizvraag