In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Basisstof 5
Slide 1 - Tekstslide
Mitose
Meiose
vorming van huidcellen
diploide cellen
ongeslachtelijke voortplanting
reductiedeling
vorming van zaadcellen
dochtercellen identiek aan moedercel
haploide cellen
geslachtelijke voortplanting
vorming van eicellen
2n -> n+n -> n+n+n+n
2n -> 2n + 2n
Slide 2 - Sleepvraag
Oestrogenen
FSH
LH
Wat is de functie van de geslachtshormonen?
(Tip: kijk in BiNaS 89A)
Progesteron
zorgt voor dikker worden baarmoederslijmvlies
zorgt voor de ovulatie en vorming geel lichaam
zorgt voor de rijping van het follikel
zorgt voor nog dikker worden baarmoederslijmvlies; remming LH en FSH
Slide 3 - Sleepvraag
menstruatie
ovulatie
progesteron
oestrogeen
gele lichaam
eierstok
follikel
Slide 4 - Sleepvraag
zet afbeeldingen op de juiste plaats
bevruchtte eicel
blastocyst
klievings-
deling
dag 2
klievings-
deling
dag 1
klievings-
deling
dag 4
klievings-
deling
dag 3
Slide 5 - Sleepvraag
De afbeelding geeft schematisch de ontwikkeling van een eicel in de eierstok van een vrouw weer gedurende een bepaalde periode. Is deze vrouw op tijdstip Q zwanger?
A
ja, want het gele lichaam blijft in stand
B
nee, gele lichaam wordt hier opgeruimd
C
dat is niet uit de gegevens af te leiden
D
nee, gele lichaam blijft in stand
Slide 6 - Quizvraag
Welk hormoon zorgt er voor dat het baarmoederslijmvlies in stand blijft?
A
FSH
B
LH
C
Progesteron
D
Oestrogeen
Slide 7 - Quizvraag
Welke hormoon stimuleert de ontwikkeling de ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken?
Adolescentie: overgangsfase van puberteit naar volwassenheid (eindigt tussen 20-25 jaar).
Volwassenheid: groei stopt, ontwikkeling gaat door.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is wat?
Geslacht: hoe je wordt geboren
Gender: hoe je je voelt
Geaardheid: op wie je valt
Slide 14 - Tekstslide
Gender en seksualiteit
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Geaardheid
heteroseksueel
homoseksueel
bi-seksueel
transseksueel
aseksueel
.......
Slide 17 - Tekstslide
Seksuelediversiteit
Variatie in:
biologische kenmerken
hoe je je voelt
wat je doet
tot wie je je aangetrokken voelt
Slide 18 - Tekstslide
Seksuele diversiteit
Diversiteit qua seksuele geaardheid en genderdiversiteit.
Interseksueel (hermafrodiet) = tussenvorm / derde geslacht?
Transseksueel = andere geslacht
Cisgender = komt overeen
Slide 19 - Tekstslide
Interseksueel
Raven van Dorst
-> geboren als hermafrodiet
Meer weten?
stream eens het programma
"Geslacht" van BNN-VARA
Slide 20 - Tekstslide
npo.nl
Slide 21 - Link
Transgender
Genderdysforie ofwel transgender
Geslachtsverandering: transseksueel
Slide 22 - Tekstslide
LHBTIQAPC
Lesbisch: Een vrouw die zich emotioneel/fysiek aangetrokken voelt tot vrouwen
Homoseksueel: Een man die zich emotioneel/fysiek aangetrokken voelt tot mannen
Biseksueel: Een man of vrouw die zich zowel emotioneel als fysiek aangetrokken voelt tot mannen als vrouwen
Transgender: parapluterm voor mensen die zich niet identificeren met het bij geboorte toegekende geslacht
Intersekse conditie: een parapluterm voor aangeboren condities waarbij het geslacht verschilt van wat medici als norm beschouwen voor mannen- en vrouwenlichamen. Er zijn veel verschillende intersekse-condities
Queer: Mensen die hun seksuele voorkeur liever niet in een hokje plaatsen. Iemand die queer is wil zich dus liever niet identificeren als lesbisch, hetero, biseksueel of panseksueel
Aseksueel: Mensen die zich niet seksueel aangetrokken voelen tot anderen
Panseksueel: Mensen die zich aangetrokken voelen tot alle genderidentiteiten en biologische geslachten. Ze vallen dus niet op geslacht, maar op het karakter of de persoonlijkheid van de ander
Cisgender: Mensen bij wie het geboortegeslacht overeenkomt met de ervaren genderidentiteit