Shiatsu les 4 hormonen

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Start​

  • Terugblik vorige les; ​
  • Drukpunten en mimische spieren ​
  • Presentaties meridianen + drukpunt​
  • Voorbereidingsopdracht ​



Kern​

  •  Uitleg Hormonen ​
  • Verwerkingsopdracht; Whitboard.fi​


Slot​

  • Evaluatie ​
  • Vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les;​

  • Heb jij jouw anatomische voorkennis voor wat betreft de hormoonklieren, hormonen en hun functies, middels het bespreken van de voorbereidingsopdracht, geactiveerd.​ 
  • Heb jij kennis gemaakt met de drukpunten waarmee men tijdens de Shiatsu massage de volgende hormoonklieren kan beïnvloeden;​

      Hypothalamus​, hypofyse , epifyse, de schildklier,  alvleesklier​, bijnieren, de geslachtsklieren ​ 

  • Kan je in eigen woorden benoemen waar het huid-/weefselhormoon; Histamine wordt gevormd en wat het veroorzaakt in de huid. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Socrative 
Test jezelf!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Voorbereiding opdracht

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shiatsu in relatie met hormonen 
  • Door bepaalde drukpunten te stimuleren kun je de hormoonhuishouding beïnvloeden. ​

  • Hormonen hebben ook invloed op de huid.​

  • Belangrijk om te weten als schoonheidsspecialist(e) die een Shiatsu behandeling geeft!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endocriene klieren

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epifyse
  • Epifysedrukpunt is het extra longpunt: ​    Yin Tang -> Op het voorhoofd net iets boven het middelpunt tussen de wenkbrauwen ​

  • Bij kinderen goed ontwikkelt, wordt kleiner tijdens pubertijd en is verkalkt bij bejaarden
  • Produceert hormoon MELATONINE ​

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Melatonine
  • Remmende werking op hormonale activiteit geslachtsklieren​
  • Speelt een rol in ons bioritme en reageert op lichtwisselingen​
  • Bevordert groei beenmergcellen​
  • Natural killer NK cellen
  • Beschikt over anti-kankereigenschappen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drukpunt epifyse

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypofyse
  • Hypofysedrukpunt is: Dumo 16 en 20​
  • Hypothalamus zet de hypofyse aan tot productie van hormonen, die processen beïnvloeden zoals:​


     Circulatie bloed (met name Dumo 20)​

     De vochtbalans​

     Psychische conditie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw hypofyse
  • Een voorkwab opgebouwd uit adenohypofyse
  • Een middenkwab die weinig ontwikkeld is
  • Een achterkwab die is opgebouwd uit zenuwweefsel (neurohypofyse)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Locatie drukpunt

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hypofyse voorkwab
Direct werkende hormonen zoals;

  • Groeihormoon​
  • Pigmenthormoon
Indirect werkende hormonen (zetten andere klieren aan tot productie);​

  • Thyreotrope hormoon zet schildklier aan tot vorming thyroxine​
  • Adrenocorticotrope hormoon (ACTH) zet bijnierschors aan tot vorming corticosteroïden​
  • Gonadotrope hormoon werken stimulerend op geslachtsklieren​ FSH en LH




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypofyse achterkwab


Hypofyseachterkwab/ neurohypofyse (directe werking)​ 

  • Antidiuretisch hormoon (ADH) is werkzaam in nieren, bevordert resorptie   van water​

  • Oxytocine zorgt voor baarmoedercontractie bij geboorte baby en​

       stimuleert melkklieren in de borst

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schildklier
De schildklier produceert het hormoon thyroxine.
Throxine heeft invloed op:
  • Stofwisseling cellen​ 
  •  Geestelijke ontwikkeling​ 
  •  Beenvorming​ 
  •  Groei​ 
  •  Huidstructuur (zacht en soepel)​ 
  •  Lymfecirculatie​ 
  •  Stofwisseling​ 
  •  Geslachtsklieren

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Te snel werkende schildklier
  • Hoge productie Thyroxine​
  • Verhoogde stofwisseling​
  • Hyperfunctie schildklier​
  • Overdreven werkdrang, nervositeit, versnelde hartslag, slapeloosheid, gewichtsvermindering ​
  • Schildklier is vaak vergroot




Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Te langzaam werkende schildklier
  • Lage productie Thyroxine​
  • Vertraagde stofwisseling​
  • Hypofunctie schildklier​
  • Lusteloosheid, vertraagde hartslag, verminderde zweetafscheiding, langzame motoriek, oedeem/ vochtophoping in het weefsel



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Locatie schildklier drukpunten 
Drukpunten ter stimulatie schildklierfuncties en aanmaak van thyroxine: 
  • Maag 9,10,11; 
  • Driewarmer 17,23; 
  • Dikke darm 11; 
  • Blaas 10; 
  • Dumo 16. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijnieren
In de nieren vormen zich verschillende hormonen:​

  • Corticosteroïden​
  • Adrenaline ​
Bijnierdrukpunten zijn bijvoorbeeld Blaas 1, 10 en Dumo 16. 


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Corticosteroïden (wanneer niet in balans kan dit leiden tot striae, oedeem en vetafzetting)​

Bijnierschors produceert corticosteroïden (ACTH uit hypofysevoorkwab stimuleert productie)​

Mineraalcorticosteroïden  beïnvloeden de mineraalhuishouding​

Glucocorticosteroïden  bekendste is cortisol, remmende invloed op ontstekingsverschijnselen​

Geslachtscorticosteroïden  androgene (mannelijk) en oestrogene (vrouwelijk) corticosteroïden

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Corticosteroïden
Corticosteroïden (wanneer niet in balans kan dit leiden tot striae, oedeem en vetafzetting).Bijnierschors produceert corticosteroïden (ACTH uit hypofysevoorkwab stimuleert productie)​
  • Mineraalcorticosteroïden beïnvloeden de mineraalhuishouding​
  • Glucocorticosteroïden bekendste is cortisol, remmende invloed op ontstekingsverschijnselen​
  • Geslachtscorticosteroïden androgene (mannelijk) en oestrogene (vrouwelijk) corticosteroïden



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

​​
Adrenaline 
Bijniermerg produceert adrenaline en noradrenaline (komt vrij o.i.v. bepaalde emoties)​ 

  • Adrenaline-> verwijding kransslagaders en bloedvaten in arbeid verrichtende organen, vernauwing bloedvaten rustende organen, verwijding pupillen, verhoging spierspanning, omzetting glycogeen naar glucose in lever en spiercellen ​
  • Noradrenaline ->vaatvernauwende werking bloedvaatjes huid

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alvleesklier
  • Staat in relatie tot de miltmeridiaan en maagmeridiaan​
  • Endo-exocriene klier​
  • Exocrien alvleessap​
  • Endocrien  productie hormonen glucagon en insuline in de eilandjes van Langerhans



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Galblaasmeridiaan
Dikke darm meridiaan

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Longmeridiaan
Blaasmeridiaan

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk drukpunt wordt hier aangegeven?

Slide 37 - Open vraag

Blaas 1 en 2 beide goed.
Hartconstrictor
Milt
Longen
Nieren
Hart
Lever
Dikke darm
Maag
Driewarmer
Blaas
Dunne darm
Galblaas

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk drukpunt wordt hier aangegeven?

Slide 39 - Open vraag

Driewarmer 23
Benoem 2 energieprincipes die van belang zijn voor het goed uitvoeren van de shiatsu massage

Slide 40 - Open vraag

-Behoud het ene punt = concentratie (ook goed is masseren vanuit HARA)
- Ontspan volledig = ontspanning (Ook goed is geen spierkracht gebruiken.
- Houdt het gewicht aan de onderzijde = intentie
- Zend energie uit = visualisatie
Welke meridiaan zie je hier?
A
Blaasmeridiaan
B
Galblaasmeridaan
C
Maagmeridiaan

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk drukpunt wordt hier aangegeven?

Slide 42 - Open vraag

Renmo 24
Welk drukpunt staat in relatie met de hypofyse?
A
Driewarmer 17
B
Yin tang
C
Dumo 16

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Beschrijf welke informatie je meeneemt van deze les?​
Welk hormoon is bij jou geprikkeld deze les?​


  • Cortisol => Stresshormoon​
  • Noradrenaline => deprimerend/stress hormoon ​
  • Serotonine => geluk hormoon ​
  • Oxytocine => knuffelhormoon

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik
Presentaties meridianen en drukpunten ​

Voorbereidingsopdracht​

Hoofdstuk 12; Nomenclatuur ​

Hoofdstuk 14; Reflexzones 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies