AFP 1.2.10

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Les 1
Leerjaar 3
Periode 2
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Les 1
Leerjaar 3
Periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
  1. Vragen n.a.v. de theorie
  2. Opfrissen 
  3. Angina pectoris
  4. Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Wat betekent hypertensie?

Wat is systole/diastole?

Wat is het verschil tussen essentiële en secundaire hypertensie?

Slide 3 - Tekstslide

Diastole: onderdruk, rustfase van het hart
Systole: bovendruk, moment dat de druk het hoogst is. 
We spreken van hypertensie als de systolische waarde hoger is dan 140mmHg of de diastolische waarde hoger is dan 90mmHg.
Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je
  1. De verschillende termen die te maken hebben met het begrip hart- en vaatziekten uitleggen
  2. De meest voorkomende hart- en vaatziekten benoemen en uitleggen wat het ziektebeeld inhoudt, onderzoeken die helpen de diagnose vast te stellen en wat de verschillende therapiemogelijkheden zijn


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Latijnse naam voor boezem is:
A
Atria
B
Ventrikel

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Latijnse naam voor hart is
A
Cordon
B
Cor
C
Card
D
Cardon

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Septum is Latijns voor tussenschot
A
Onjuist
B
Juist

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Coronaire hartziekten 
Coronaire hartziekten: Ischaemische hartziekten
  • Vernauwing van coronair arteriën                                   (chronische vorm)
  • Afsluiting van coronair arteriën                                        (acute vorm)

Chronische vorm: Angina Pectoris (pijn op de borst)

Acute vorm: Myocardinfarct (hartinfarct)



Andere uitingen van ischaemische hartziekten kunnen zijn: verminderde hartfunctie (hartfalen) en ritmestoornissen. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat was ischaemie ook alweer?

Wat zijn de coronair arteriën?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar stroomt zuurstofrijk bloed doorheen?
A
Kransader
B
Kransslagader
C
Longslagader
D
Poortader

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de kransslagaders?
A
Zuurstof (O2) naar het hart brengen
B
Zuurstof (O2) bij het hart ophalen
C
Kooldioxide (CO2) naar het hart brengen
D
Kooldioxide (CO2) bij het hart ophalen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten. 

Wat geeft elke letter aan? 
Aorta
Kransslagader
Longslagader
Rechterboezem

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Angina Pectoris
Angina pectoris: pijn op de borst
  • Vernauwing van kransslagaders (atherosclerose, kramp)
  • Hartspier krijgt onvoldoende zuurstof bij inspanning 

Typische symptomen Angina pectoris:
  • Klemmende/drukkende pijn op de borst
  • Uitstraling naar arm/keel/rug
  • Bij inspanning/emoties/kou/eten
  • Zakt in rust of na medicijnen


Slide 15 - Tekstslide

Typisch voor angina pectoris is een beklemmende of drukkende pijn op de borst. De pijn kan een benauwd gevoel geven, alsof er een knellende band om de borst zit.
De pijn straalt soms uit naar armen, hals, kaak, rug of maagstreek en kan samengaan met zweten of misselijkheid. Een aanval trekt meestal weg in rust of na het innemen van speciale medicijnen (tabletje of spray onder de tong).
Angina Pectoris (2)
Dus angina pectoris is een voorbode voor een hartinfarct!
 (als er niets aan wordt gedaan)

Kransslagadervernauwing kan verschillende oorzaken hebben:
  • Atherosclerose is de belangrijkste

Uiteindelijk gevolg: afsterven hartspier (necrose) -> hartinfarct

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Soorten Angina pectoris
Stabiele angina pectoris:
  • Ontstaat door inspanning, emotie, zwaar eten of kou
  • Zakt na korte tijd rust af (minder dan 15 minuten)
  • Medicijnen verhelpen klachten snel

Het opkomen van klachten is 'voorspelbaar'

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten Angina pectoris (2)
Instabiele angina pectoris:
  • Klachten treden ook in rust op
  • Klachten zijn vaak heviger en duren langer
  • Aanvallen komen steeds sneller achter elkaar
  • Medicijnen helpen vaak niet
  • Groot risico op zeer binnenkort een hartinfarct (soms uren)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risicofactoren Angina pectoris

Slide 20 - Woordweb

Hoge bloeddruk
DM
Hoog cholesterol
Roken
Familiair hart- en vaatziekten
Overmatig alcoholgebruik
Adipositas (= veel vet hebben)

Behandeling
1. Geven van advies:
  • Stoppen met roken
  • Meer bewegen/sporten
  • Afvallen tot een normaal gewicht
  • Minder zout en verzadigde vetten
  • Maximaal 2 glazen alcohol per dag

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling (2)
2. Medicijnen tijdens aanval Angina pectoris:
  • Isosorbidedinitraat (ISDN)
  • Nitroglycerine
  • Tabletje of spray onder de tong
  • Eventueel na 5 of 10 minuten herhalen
  • Werkt vaatverwijdend

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling (3)
3. Chronische medicijnen:
  • Acetylsalicylzuur (aspirine)
      - 'Aggregatieremmer' -> remt klonteren van bloed
      - Voorkomt trombusvorming
  • Bètablokkers: verlagen de hartslag
  • Calciumantagonisten: verwijden bloedvaten

Slide 23 - Tekstslide

Aggregatieremmer is een ander woord voor bloedverdunner
Behandeling (4)
4. Operatief:
  • Bypass operatie: Creëren van een omleiding
  • Dotteren/ stentplaatsen: Ballonnetje rekt bloedvat en houdt bloedvat open


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Boek 'Eigen spreekuur' mee naar fysieke les

Opdracht 'Medische terminologie' maken 

Lezen: Eigen spreekuur H.2.9.1 en 2.92.  

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies