Dinsdag 10 mei klas 3a

Woensdag 11 mei
Je hebt nodig:
Boek, schrift en pen


Jas mag aan de
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Woensdag 11 mei
Je hebt nodig:
Boek, schrift en pen


Jas mag aan de

Slide 1 - Tekstslide

Programma van de les
Programma:

  • Woorden van de week +/- 3 min
  • Theorie werkwoordspelling +/- 7  min
  • Zelfstandig werken +/- 15  min
  • Nakijken/bespreken +/- 10 min
  • Kijk en luisteren ; onder voorbehoud

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les kunnen jullie werkwoorden correct spellen met behulp van het schema werkwoordspelling.


Spelling: werkwoordspelling

Slide 3 - Tekstslide

Woorden van de week
Hinder
Handhaven
Letterlijk
Figuurlijk

Slide 4 - Tekstslide

Hinder

Slide 5 - Tekstslide

Handhaven

Slide 6 - Tekstslide

Letterlijk iets bedoelen.
Wat betekent letterlijk?
A
Iets wat je als grap zegt
B
Iets is precies zoals het er staat of zoals je het bedoelt.
C
Iets wat je niet meent
D
Als je liegt

Slide 7 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?

Slide 8 - Tekstslide

Theorie Werkwoordspelling
Hierna ga ik de theorie uitleggen van het onderdeel werkwoordspelling.

Als jij denkt dat je dit al kunt dan mag je van mij zelfstandig aan de slag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Theorie
Een zwak werkwoord is te zwak om van klank te veranderen. Bijvoorbeeld: fietsen

Een sterk werkwoord is sterk genoeg om van klank te veranderen.
Bijvoorbeeld: lopen

Slide 11 - Tekstslide

Instructie
Wat: maken oefentoets
Hoe: zelfstandig met je mond dicht
Tijd: +/- 15 min
Hulp: docent
Schrijf voordat je begint eens op welke cijfer je denkt te halen. 
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Nakijken oefentoets +/- 10 min


Schrijf vooraf op welk cijfer je gehaald zo hebben.

Slide 13 - Tekstslide

Kijk en luisteren H 5 blz 126
Wat: opdracht 1 blz 126


Slide 14 - Tekstslide

Doel behaald?
Je kunt werkwoorden correct spellen met behulp van het schema werkwoordspelling.

Gaat dit al goed?
Spelling: werkwoordspelling

Slide 15 - Tekstslide

Reflectie

Slide 16 - Tekstslide