MWT - Les 1 - de basis

Maatwerktijd
Formuleren geschiedenis
''de corrector kan niet in het hoofd van de leerling kijken en bedenken wat een leerling met een goed antwoord bedoeld. Hij kan alleen maar nakijken wat op papier staat.''
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Maatwerktijd
Formuleren geschiedenis
''de corrector kan niet in het hoofd van de leerling kijken en bedenken wat een leerling met een goed antwoord bedoeld. Hij kan alleen maar nakijken wat op papier staat.''

Slide 1 - Tekstslide

Doel deze les
Inventariseren wat jij moeilijk vindt.
Checken wat een vraagstructuur is
Kwaliteitsbesef zien
Leerdoelen maken voor jezelf, waar ga jij je op richten?

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaat bij jou mis bij de
geschiedenisvragen?

Slide 3 - Woordweb

Wat weten we al?
Waaraan voldoet en
goed antwoord

Slide 4 - Woordweb

Welke vragen vind jij het meest lastig?
vragen zonder bron
vragen met bron
vragen met ka's
chronologievragen
ik vind alles lastig
ik heb geen idee
ik vind niks lastig

Slide 5 - Poll

Begrip 1: Vraagstructuur
- Je neemt de structuur van de vraag over.
-Je kijkt hoeveel punten er worden gegeven voor deze vraag.
- Je zorgt dat je heel duidelijk laat zien dat je voor elk punt een antwoord formuleert. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de vraagstructuur?
Ofwel: wat moet je doen voor 2 punten?

Slide 7 - Tekstslide

De nieuwe eis aan de wetenschap is .... 


dit kan je zien doordat van Straaten

Slide 8 - Tekstslide

Maximum score 2
Kern van een juist antwoord is:
- Willem van der Straaten liet studenten in het ziekenhuis meelopen om hun
de kans te geven zelf zieken/symptomen waar te nemen, 
- wat aansloot bij de nieuwe eis (tijdens de wetenschappelijke revolutie) dat theorieën/onderzoeken op grond van redeneren en waarnemen tot stand
moesten komen / dat onderzoek empirisch moest zijn. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de vraagstructuur?
wat moet je doen voor 4 punten?.

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerkend aspect 1
uitleg waarom Odoni zijn status verhoogd

Kenmerkend aspect 2
uitleg waarom Odoni hiermee zijn status verhoogd.

Slide 11 - Tekstslide

maximumscore 4
(1punt) Odoni kan zijn status verhogen door een portret te laten maken van zichzelf / dat zelfbewustzijn toont 1
(1 punt) vanwege 'het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance' 1

• Odoni kan zijn status verhogen door zich te laten afbeelden tussen zijn
klassieke kunstverzameling / door het tonen van zijn interesse in klassieke beeldhouwkunst 1
• vanwege 'de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke
Oudheid' 1
Opmerking: Alleen als een juiste uitleg wordt genoemd waardoor Odoni met het
schilderij zijn status kan verhogen, wordt 1 scorepunt toegekend aan een
daarbij passend kenmerkend aspect. 

Slide 12 - Tekstslide

Gebruik de HOUD-methode
Antwoord geven via HOUD
Als je de vragen ontleed hebt, is het belangrijk dat je op een juiste manier antwoord geeft. Wat wordt daarmee bedoeld? Bij de beantwoording van je toetsvraag is het altijd belangrijk dat je volledig antwoord geeft. 
H= herhaal de vraag
O = staat voor omdat. Je herhaalt de vraag en vult deze aan met het woord omdat.
U = staat voor uitleg. Je geeft historische uitleg/informatie die antwoord geeft op de gestelde vraag.
D = staat voor daarom of daardoor. Je uitleg wordt gevolgd door daarom/daardoor, omdat je een conclusie gaat trekken uit je historische uitleg. Dit is de afsluiting van je vraag. Een conclusie is altijd kort en bondig geformuleerd.



Slide 13 - Tekstslide

Checklist toetsvragen beantwoorden



Onderstreep instructiewoorden (leg uit, verklaar, etc.)
• Markeer puntwoorden (renaissance, appeasement)
• Neem de structuur van de vraag over in het antwoord.
• Gebruik HOUD-methode (herhaal, omdat, uitleg, dus/daarom).
• Wees duidelijk en concreet (vermijd ‘ze’, ‘dingen’, etc.)
• Verwijs duidelijk naar de bron (ik zie/ ik lees ....).

Slide 14 - Tekstslide

Deze lessen serie
Aan de slag met je eigen toets
Antwoorden van anderen zien + feedback geven
Zelf antwoorden produceren en verbeteren
eigen inbreng

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf op de post it 2 doelen die jij wil bereiken tijdens deze lessen

Slide 16 - Tekstslide

Nu 3 keuzes:
1) nulmeting (opdrachten maken)
2) opdracht kwaliteitsbesef
3) Tips lezen en markeren welke voor jou handig zijn

Slide 17 - Tekstslide

Stap 1: Waar staan we nu? Voorkennis ophalen. 
Stap 2: Nadenken en produceren: kwaliteitsbesef opdracht
Stap 3: interpreteren, communiceren en beslissen. Criteria opstellen
Stap 4: Zelf vragen beantwoorden en de criteria meenemen
Stap 5: Welke leerpunten heb je?

Slide 18 - Tekstslide

Om te weten waar je aan moet werken:
1) Je doet de toetsanalyse + je krijgt van iemand anders feedback
2) nul-meting. je beantwoord 4 nieuwe vragen

Slide 19 - Tekstslide

Je krijgt de toets van iemand anders. 
- En je geeft die ander feedback.

Slide 20 - Tekstslide