§3.4 Atoommassa en molecuulmassa (2)

§3.4- Atoommassa en molecuulmassa (2)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§3.4- Atoommassa en molecuulmassa (2)

Slide 1 - Tekstslide

Deze les gaan we leren over 
  • Oefenen met rekenen van molecuulmassa
  • Oefenen met mol berekeningen

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling atoommassa
De massa van een waterstofatoom is 1,66*10-27 kg

Niet zo handig...
Daarom is de atomaire massa-eenheid bedacht, dat is de u. 
1 u = 1,66*1027 kg.

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling atoommassa 
Atoommassa's  van ieder atoom kun je aflezen in 
het Periodiek systeem.
Zo is de massa van 
element P = 30,974 u. 

Slide 4 - Tekstslide

Molecuulmassa's 
Voorbeelden: 
De molecuulmassa van NaCl = 1 x 22,990 + 1 x 35,45 = 58,44 u
De molecuulmassa van Al2O3 = 26,98 x 2 + 3 x 16,00 = 101,96 u



Slide 5 - Tekstslide

Wat is de molecuulmassa van waterstofperoxide (H2O2)?
timer
2:00

Slide 6 - Open vraag

Wat is de molecuulmassa van waterstofperoxide (SO3)?
timer
2:00

Slide 7 - Open vraag

Begrippen van hoeveelheid

  • De mol is een vaste hoeveelheid.
  • 1 mol = 6,02*1023 (deeltjes)
 
Dus 1 mol water bestaat uit evenveel deeltjes als 1 mol goud!



Slide 8 - Tekstslide

Molaire massa M (molecuulmassa)
  • De massa van 1 molecuul in u = Alle massagetallen bij elkaar opgeteld.
                    Molecuulmassa van 1 mol H2O =  ( 2 x H  +  1 x O ) =  
                                  ( 2x1,008 + 1x16,00) = 18,016 u  

  • =  De massa van 1 mol moleculen in gram
                  Molaire massa H2O = 18,02  g/mol


Slide 9 - Tekstslide

Wat is de molaire massa van waterstofperoxide (H2O2)?
timer
2:00

Slide 10 - Open vraag

Wat is de molaire massa van waterstofperoxide (SO3)?
timer
2:00

Slide 11 - Open vraag

Molaire massa (formule)

M =  Molaire massa  (  gram/mol )
m = massa                    ( gram )
n = aantal mol             ( mol ) 
M=nm

Slide 12 - Tekstslide

Dus..

Slide 13 - Tekstslide

Reken Voorbeeld
Hoeveel mol is 5,0 gram suiker (C12H22O11)? En hoeveel suikermoleculen is dit?


- MC12H22O11= (12 x 12,01)+(22 x 1,008) + (11 x 16,00) = 342,3 g/mol
- 𝑚/𝑀=𝑛, dus (5,0 𝑔)/(342,3 𝑔/𝑚𝑜𝑙)=0,015 𝑚𝑜𝑙 C12H22O11
- n x Na = aantal deeltjes  0,015 mol x 6,022•1023 deeltjes/mol = 8,8•1021 suikermoleculen


Slide 14 - Tekstslide

HW: Maak de opgaven 26 t/m 28 uit 3.4 en 4.5 NOVA 

Slide 15 - Tekstslide