Spelling H5: Hoofdletters en aanhalingstekens

Welkom 2K!
Pak je leesboek er vast bij.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2K!
Pak je leesboek er vast bij.

Slide 1 - Tekstslide

Deze les...
- Dagopening
- Stil lezen
- Huiswerkcontrole
- Doelen doornemen
- Uitleg Spelling H5: Hoofdletters en leestekens
- MNV Spelling H5: Hoofdletters en leestekens

Slide 2 - Tekstslide

Stil lezen
Pak je boek
en ga
lekker lezen.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Leg H4 Spelling en H4 Werkwoordspelling 
open in je schrift 
of open de opdrachten op je laptop.

Slide 4 - Tekstslide

Doelen
- Ik kan hoofdletters correct gebruiken.
- Ik kan aanhalingstekens correct gebruiken.
- Ik kan leestekens correct gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

Spelling H5: Hoofdletters
Je schrijft een hoofdletter...
- aan het begin van een zin. Maar let op:
   > 's Zomers kun je lekker lang buiten zitten.
   > 28 relschoppers werden door de politie opgepakt.

Slide 6 - Tekstslide

Spelling H5: Hoofdletters
Je schrijft een hoofdletter...
- bij eigennamen:
   Rachel, Steven, Acacialaan, Genemuiden, de IJssel, Pinksteren, 
   het vak Frans, het Rode Kruis, het Ichthus College
Let op bij persoonsnamen. Als er een voorletter of voornaam bij 
staat, schrijf je voorvoegsels met kleine letters.
   Robert van de Kamp, R. van de Kamp, meneer Van de Kamp,
   Ezra de Bruijn, E. de Bruijn, mevrouw De Bruijn-van de Kamp

Slide 7 - Tekstslide

Spelling H5: Hoofdletters 
Je schrijft een kleine letter...
- bij samenstellingen met religieuze feesten: paasmaandag
- bij religies, stromingen en afleidingen daarvan: islam, christen
- bij windstreken: het noorden, zuidoost
- bij namen van seizoenen, maanden en periodes: zomer, januari

Twijfel je? Kijk in het woordenboek. 

Slide 8 - Tekstslide

Welke spelling is juist?
A
november
B
November

Slide 9 - Quizvraag

Welke spelling is juist?
A
vlaamse friet
B
Vlaamse friet
C
vlaamse Friet
D
Vlaamse Friet

Slide 10 - Quizvraag

Welke spelling is juist?
A
mevrouw A. de Wal
B
mevrouw A. De Wal
C
mevrouw a. De Wal
D
mevrouw a. de Wal

Slide 11 - Quizvraag

Welke spelling is juist?
A
meivakantie
B
Meivakantie

Slide 12 - Quizvraag

Welke spelling is juist?
A
Jan ligtharstraat
B
jan ligtharstraat
C
Jan Ligthartstraat
D
jan Ligthartstraat

Slide 13 - Quizvraag

Welke spelling is juist?
A
Marnix van Der Zwan
B
Marnix van der Zwan
C
Marnix Van der Zwan
D
Marnix Van Der Zwan

Slide 14 - Quizvraag

Spelling H5: Aanhalingstekens
Je gebruikt aanhalingstekens bij citaten/de directe rede:
> 'Wil jij de was ophangen?' vroeg Rita aan haar dochter.
> 'We hebben gewonnen,' vertelde Lea enthousiast.
> 'Weet je zeker,' begon Peter, 'dat je dat gedaan hebt?'
> Vincent riep: 'Ik had een 9 voor mijn presentatie!'


Slide 15 - Tekstslide

Spelling H5: Aanhalingstekens
Je gebruikt géén aanhalingstekens bij de indirecte rede 
en bij gedachten.
> Lola zei dat ze niet van winegums houdt.
> Tony dacht: nog één lesuur, dan zijn we vrij!

Slide 16 - Tekstslide

Spelling H5: Aanhalingstekens
Je gebruikt aanhalingstekens...
- bij titels:
   > Ik heb het boek 'Offerkind' in één ruk uitgelezen.
- als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis:
   > Veel mensen hebben moeite met de spelling van het 
       woord 'barbecue'.

Slide 17 - Tekstslide

Waar staan de aanhalingstekens goed?
A
'Dat heb ik niet gedaan!' riep Rixt.
B
'Dat heb ik niet gedaan! riep Rixt.'

Slide 18 - Quizvraag

Waar staan de aanhalingstekens goed?
A
Lena zei dat ze verliefd was op Joris.
B
Lena zei 'dat ze verliefd was op Joris.'

Slide 19 - Quizvraag

Waar staan de aanhalingstekens goed?
A
Sabine zei: 'Ik heb mijn huiswerk af.'
B
Sabine zei ': Ik heb mijn huiswerk af.'
C
'Sabine zei: Ik heb mijn huiswerk af.'

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag!
MNV H5 Spelling: opdracht 1, 2 en 3, blz. 154-155
óf
NN Online H5 Spelling Hoofdletters en aanhalingstekens helemaal

Deze opdrachten zijn huiswerk voor dinsdag 11 april, 1e uur

Slide 21 - Tekstslide