Het eerste gedeelte van het IS-MB-GA model is de IS-curve. IS staat voor Investeren en Sparen.
Beide hangen af van de (reële) rente.
Bij de IS-curve bekijken we het verband tussen reële rente (r) en inkomen (Y).
Slide 2 - Tekstslide
Afleiden IS-curve
Zie bron 1:
uitgangspunt is
Keynesiaans kruis
(bovenste grafiek).
Start is bij Y1* en r1.
Slide 3 - Tekstslide
Stel dat de (reële) rente stijgt
(naar r2).
Hierdoor wordt sparen
aantrekkelijker, waardoor de
spaarquote stijgt en dus de
consumptiequote (c) daalt.
Hellingsgetal bestedingslijn
wordt hierdoor kleiner.
Slide 4 - Tekstslide
Ook wordt investeren minder
aantrekkelijk, waardoor
autonome investeringen (I0)
dalen.
Door dalende consumptie
en investeringen daalt de EV
en dus de productie en het
inkomen (Y).
Slide 5 - Tekstslide
De bestedingslijn (EV) in de
bovenste grafiek kantelt en
verschuift naar beneden.
Het nieuwe evenwicht ligt bij
een lagere Y: Y2*.
Dit is het tweede punt op de
IS-curve: r2 en Y2*.
Slide 6 - Tekstslide
Stel dat de (reële) rente daalt
(naar r3).
Hierdoor wordt sparen minder
aantrekkelijk, waardoor de
spaarquote daalt en dus de
consumptiequote (c) stijgt.
Hellingsgetal bestedingslijn
wordt hierdoor groter.
Slide 7 - Tekstslide
Ook wordt investeren
aantrekkelijker, waardoor
autonome investeringen (I0)
stijgen.
Door stijgende consumptie
en investeringen stijgt de EV
en dus de productie en het
inkomen (Y).
Slide 8 - Tekstslide
De bestedingslijn (EV) in de
bovenste grafiek kantelt en
verschuift naar boven.
Het nieuwe evenwicht ligt bij
een hoger Y: Y3*.
Dit is het derde punt op de
IS-curve: r3 en Y3*.
Slide 9 - Tekstslide
Als de rente verandert,
verschuift de IS-curve
dus niet, maar krijg je
een verschuiving
langs de curve.
Slide 10 - Tekstslide
Verschuivingen van de IS-curve
De IS-curve zal verschuiven als bestedingen (EV) veranderen door een andere oorzaak dan een verandering van de rente.
Slide 11 - Tekstslide
Stel dat de autonome overheidsbestedingen (O0) toenemen. Hierdoor stijgen de bestedingen en in het Keynesiaans kruis zal bestedingslijn naar boven verschuiven en zie je dat hierdoor Y* toeneemt.