Spijsvertering AF

Spijsvertering 
"van kop tot kont"
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Spijsvertering 
"van kop tot kont"

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spijsverteringsstelsel
Spijsvertering: Het proces waarbij voedsel wordt afgebroken tot voedingsstoffen die in het bloed worden opgenomen, en het afval via de darmen het lichaam verlaat.

  • Vertering van voedsel
  • Opname van voedingsstoffen
  • Uitscheiding van voedselresten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van mond tot kont!
mondholte
keelholte
slokdarm
maag
dunne darm
dikke darm
rectum
anus

Slide 3 - Tekstslide

Alle organen worden in de komende lessen behandeld.
Om voedsel te verteren heb je spijsverteringssappen nodig.
Deze worden gemaakt in het het gehele spijsverteringskanaal.
Bv speeksel in de mond en maagsap in de maag
Maar denk ook aan spijsverteringssappen die gemaakt worden in de lever en de alvleesklier  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie spijsverteringsstelsel
voedsel opnemen
voedsel fijnmaken
voedsel vervoeren
voedsel afbreken en verteren
voedingsstoffen voor lichaamscellen afgeven aan bloed
onverteerde voedselbestanddelen afvoeren

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De mond

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk spijsverteringsstof zit er in speeksel
A
slijm
B
peptine
C
amylase
D
renine

Slide 7 - Quizvraag

amylase splitst koolhydraten die in bv brood/rijst/aardappelen
Welke speekselklier bevind zich niet in de mond ?
A
Oorspeekselklier
B
Onderkaakspeekselklier
C
Wangspeekselklier
D
Ondertongspeekselklier

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de tong bij de spijsvertering?
A
Sappen aan voeding toevoegen
B
Ondersteunen bij het slikken van voeding
C
Ondersteunen bij het klein maken van voeding
D
Voeding de slokdarm ''induwen''

Slide 9 - Quizvraag

hulp bij kauwen door voeding heen en weer te doen, hierdoor wordt voeding niet kleiner

Hoe heten de kleine uitsteeksel op de tong?
A
smaakcensoren
B
smaakmakers
C
smaakpupillen
D
smaakpapillen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

slokdarm
huig
strotklep

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussen mond en slokdarm zit de huig die zorgt ervoor dat het eten niet vanuit de mond naar de neus kan.

Het strotklepje  zorgt ervoor dat het eten niet vanuit de keel in de luchtpijp komt

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het samentrekken en ontspannen van kringspieren om voedsel transport mogelijk te maken noemen we :
A
peristaltiek
B
transport
C
spasme

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Peristaltische bewegingen 
Voedsel verplaatst zich binnen het lichaam van de ene naar de ander plaats. 

Dat gebeurt mede door peristaltische bewegingen.




Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan kent GEEN kringspier?
A
slokdarm
B
maag
C
darm
D
mond

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Enzymen
- zijn eiwitten
- werken als versneller van  chemische processen in het lichaam
- splitsen voedingsstoffen zodat ze opgenomen kunnen worden in  het bloed
- worden beïnvloed door de temperatuur en zuurgraad 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De maag 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies Maag

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel liter maagsap produceert de maag er dag?
A
0,5 liter
B
1 liter
C
2 liter
D
2,5 liter

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maagsap
Maagsap bestaat uit:
  • Pepsine: enzym dat eiwitten verteert
  • Zoutzuur: bacterie dodend en maakt maaginhoud zuur
  • Intrinsiek factor: belangrijk bij opname van vit.  B12 
  • water en slijm: oplosmiddel en verdunning

Bij baby's nog extra enzym (lebferment) die zorgt voor vertering van eiwitten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoelang blijft eten gemiddeld in de maag?
A
30 minuten
B
45 minuten
C
60 minuten
D
120 minuten

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afbraak van vetten
Moeilijk afbreekbaar
Eerst verdeelt de maag het vet in kleine bolletjes
Dan komt enzym vrij :lipase
Dit enzym is in staat de vetbolletjes af te breken
Niet alles, dus hoop vet bolletjes gaan door naar 12-vingerige darm

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afbraak van eiwitten
Maag maakt zoutzuur en pepsinogeen als je eet.
dit wordt verder in de maag omgezet in  pepsine.
Dit is het enzym  dat begint met splitsen van eiwitten.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom heeft de maag zelf geen last van het zoutzuur wat in de maag zit?
A
er zit een stof in het maagzuur wat neutraliseert
B
maagwand is bekleed met beschermend laagje

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat krijg je als het beschermende laagje van de maag kapot gaat?
A
decubitus
B
zweren
C
aften
D
puisten

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Duodenum = twaalfvingerige darm

Dit is het eerste deel van de dunne darm en hierin vind het grootste gedeelte van de spijsvertering plaats omdat  hier de gal en alvleeskliersap bij het het voedsel komt



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alvleeskliersap
Alvleesklier sap bevat: o.a enzymen
 amylase (koolhydraatvertering), 
trypsine (eiwitvertering),
 lipase (vetvertering)
Hierdoor wordt het voedsel erg klein en worden het aminozuren, vetzuren, glucose en galactose
Deze deeltjes worden via de darmvlokken opgenomen in de klein  bloedvaatjes die in de poortader komen.
 Vanuit de poortader komen de voedingstoffen in de lever

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Galsap
Galsap maakt van vet kleine bolletjes (emulgeren) zodat het beter verteerd kan worden. Gal wordt gemaakt in de lever.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lever
ligging van de lever: De lever ligt rechts bovenin de buikholte, direct onder het middenrif, waarmee het losjes verbonden is. Het is het grootste afzonderlijke orgaan in het lichaam met vele functies.
bouw van de lever:  Je lever bestaat uit  een grote (rechter) en een kleine (linker) kwab. microscopisch bestaat de lever uit allerlei leverkwabjes met miljoenen levercellen. Ieder kwabje wordt omringd door  bloedvaten..
Hierdoor worden er stoffen opgenomen en afgegeven.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie lever
- opslagplaats voor stoffen 
- gifstoffen worden omgezet in veiliger stoffen
- produceren van stollingsfactoren
- vormen van glucose 
- produceren van gal  wat wordt opgeslagen in de galblaas onderdeel van de lever

Slide 30 - Tekstslide

produceren van gal belangrijk voor vertering vetten
gifstoffen bv drugs alcohol
Bloedvoorziening
Aanvoer via :
- Leverslagader: zuurstofrijk bloed
- Poortader, zuurstof arm bloed van dunne darm met veel voedingsstoffen erin
De poortader verdeelt zich in de lever in duizenden bloedvaten die naar en van de kwabjes komen en dus zo het bloed filteren

Afvoer:
Leverader:  zuurstofarm bloed die weer naar het hart gaat.



Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunne Darm: 
-Kan tot wel  7 meter lang zijn
-  Bestaat uit darmvlokken aan de binnenzijde (geplooid slijmvlies)
- In elke darmvlok zit een bloedvat (met haarvaten) deze nemen de voedingsstoffen (koolhydraten en eiwitten) op in het bloed.  

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dikke darm
bestaat uit:
- blinde darm (coecum of caecum)
- dikke darm ( colon ascendens, transversum, descendens)
- endeldarm (rectum)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft de dunne darm wel maar de dikke darm niet?
A
slijmvlies
B
plooien
C
darmvlokken
D
klieren

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de functie van de dikke darm
A
laatste fase van vet afbraak
B
onttrekken van water aan de voedselbrij
C
opname van aminozuren
D
vorming van vitamine b 12 door darmflora

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mondholte/keelholte
1
slokdarm
2
maag
3
maagportier
4
twaalfvingerige darm
5
alvleesklier
6
lever
7
galblaas
8
dunne darm
9
blinde darm
10
dikke darm
11
Endeldarm
12

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen
tot nu toe?

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies