week 20 16 tm 19 mei Lezen hf 123

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

De Lesson Up heb ik doorgewerkt.

JA

NEE

Hf 1 Lezen 

Aan de slag!
Schrijf de antwoorden in je schrift.

- Maak opdracht 2 (14)

- Kijk je werk na afloop na.

Tips voor het beantwoorden.
- Lees altijd eerst de tekst die erbij staat.

- Denk aan het juist formuleren van je antwoord:
a. Herhaal een stukje van de vraag in je antwoord.
b. Let op correcte spelling (hoofdletters en leestekens).

Van hf 1 Lezen heb ik opdracht 2
gemaakt én nagekeken.

JA

NEE

ALLEEN GEMAAKT

Ik heb het leerdoel behaald:
Ik kan een antwoord op een vraag correct formuleren
(begrijpelijke zin, stukje vraag in antwoord herhalen, hoofdletters en leestekens).

😒🙁😐🙂😃

Ik heb het leerdoel behaald:
Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen.

😒🙁😐🙂😃

Hf 2 Lezen 

Aan de slag!
Schrijf de antwoorden in je schrift.

- Maak opdracht 4 (48)

- Kijk je werk na afloop na.

Tips voor het beantwoorden.
- Lees altijd eerst de tekst die erbij staat.

- Denk aan het juist formuleren van je antwoord:
a. Herhaal een stukje van de vraag in je antwoord.
b. Let op correcte spelling (hoofdletters en leestekens).

Van hf 2 Lezen heb ik opdracht 5
gemaakt én nagekeken.

JA

NEE

ALLEEN GEMAAKT

Ik heb het leerdoel behaald:
Ik weet hoe een tekst is opgebouwd.

😒🙁😐🙂😃

Ik heb het leerdoel behaald:
Ik kan aangeven welke tussenkopjes bij welke alinea's horen.

😒🙁😐🙂😃

Ik heb het leerdoel behaald:
Ik kan aangeven wat het deelonderwerp van een alinea is.

😒🙁😐🙂😃

Ik heb het leerdoel behaald:
Ik kan aangeven hoe het slot van de tekst is.

😒🙁😐🙂😃

Uitlegfilmpje over 

de hoofdgedachte

www.bing.com

Leerdoelen hf 3 Lezen
Oefen met alle opdrachten:

Ik kan de inleiding en slot van een tekst herkennen.

Ik kan de hoofdgedachte van een tekst bepalen. 

Kun je bij inleiding, slot en hoofdgedachte een kenmerk noemen?

Wat weet je nu al over inleiding, slot en hoofdgedachte?

Individueel: Bedenk een kenmerk van 
de inleiding, het slot en de hoofdgedachte.

Schrijf op in je schrift.
 

Delen: Wissel uit met je buur.

Klassikaal: Er worden kenmerken gevraagd.

 

GEDAAN

a. Lees eerst de theorie van hf 3 Lezen op blz. 76 met aandacht door. 

b. Verwerk de theorie in je schrift. Hoe kun je dat doen?
Maak je keuze: Ik maak een woordweb; Ik schrijf een samenvatting; Ik maak vragen met antwoorden enz.

VANDAAG

c. Laat jouw verwerking aan een klasgenoot zien. Hij of zij schrijft er tops en tips bij.
d. Lees de tops.

e. Pas jouw verwerking aan met de tips.

Hf 3 Lezen 

Aan de slag!
Schrijf de antwoorden leesbaar in je schrift.
Huiswerk voor maandag 23 mei

- Maak S, opdracht 1,2,3 (76 t/m 78)

- Kijk je werk na elke opdracht na.

Tips voor het beantwoorden.
- Lees altijd eerst de tekst die erbij staat.

- Denk aan het juist formuleren van je antwoord:
a. Herhaal een stukje van de vraag in je antwoord.
b. Let op correcte spelling (hoofdletters en leestekens).

Welke volgorde is juist?

De inleiding

• aandacht trekken van de lezer:
  voorbeeld geven, anekdote, bijzondere situatie
• de lezer nieuwsgierig maken naar de rest van de tekst;
• kort informatie geven over het onderwerp 

! Meestal één alinea 

! Titel hoort NIET bij de inleiding

Het slot

• samenvatting tekst
• of conclusie
• of vooruit kijken naar toekomst
• of aanhaken bij inleiding
• het belangrijkste wordt herhaald.
  

In het slot komt géén nieuwe informatie!

Nieuwsbericht

Bestaat uit inleiding en kern. Geen slot!

Het belangrijkste staat in de inleiding, verdere informatie in de kern.

Informatieve teksten (internet, naslagwerk): geen inleiding en slot!

Wat is volgens jou
een 'hoofdgedachte van een tekst'?

Theorie (hoofdgedachte)

Hoofdgedachte = het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Zo vind je een hoofdgedachte:
1. Wat is het onderwerp van de tekst?

2. Wat is het belangrijkste wat daarover gezegd wordt? 

3. Schrijf dat op in één zin. 

Hoe schrijf je het onderwerp
van een tekst op?

1. Met slechts één woord
2. Met één of een paar woorden
3. Als een volledige zin
4. Als een werkwoord

Hoe schrijf je de
hoofdgedachte op?

1. Met slechts één woord
2. Met één of een paar woorden
3. Als een volledige zin
4. Als een werkwoord

Welke hoort/horen niet
bij kenmerken van een inleiding?

1. conclusie
2. anekdote
3. samenvatting
4. nieuwsgierig maken

5. Welke hoort/horen niet
bij kenmerken van een slot?

1. samenvattend
2. nieuwe informatie
3. verwijzing naar inleiding
4. conclusie

Voorbeelden

onderwerp - hoofdgedachtes

vaccins tegen corona  

-    Er bestaan verschillende vaccins met verschillende effecten.

-    De Astra Zeneca kan trombose veroorzaken.

-    Vaccinatie van jongeren is nodig om uitbraak corona te voorkomen.

Theorie (hoofdgedachte)

Waar kan de hoofdgedachte in de tekst staan?

- inleiding

- slot

(- titel)

Soms staat hij er letterlijk in, maar soms moet je de hoofdgedachte zelf formuleren.

Hoe vind je de hoofdgedachte?

Lees de hele tekst precies door.