spelling thema 1 zinnendictee

Spelling Thema 1 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling Thema 1 

Slide 1 - Tekstslide

Welk woord is goed geschreven?
A
egypte
B
Egipte
C
Egypte
D
egipte

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Welk woord is goed geschreven?
A
halverwegen
B
halverwege
C
halferwegen
D
halferwege

Slide 4 - Quizvraag

Welk zin is juist geschreven?
A
Hij werd geslagen.
B
Hij werdt geslagen
C
Hij wert geslagen.
D
Hij wer geslagen.

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Welke zin is juist geschreven?
A
Hij word geslagen.
B
Hij wordt geslagen.
C
Hij wort geslagen.

Slide 7 - Quizvraag

trucje
Er is een eenvoudig trucje om te achterhalen of u -d of -dt moet schrijven: 
vergelijk met een werkwoord waarvan de stam niet op een -d eindigt – bijvoorbeeld blijven – en spel het op dezelfde manier.

ik blijf dus ik word
hij blijft dus hij wordt

Slide 8 - Tekstslide

Welke zin is juist geschreven?
A
Hij heeft geslagen.
B
Hij heefd geslagen

Slide 9 - Quizvraag

Welke zin is juist geschreven?
A
oogluikend kijkt hij toe.
B
Oogluikend kijkt hij toe.
C
Oogluikend kijkd hij toe.
D
oogluikend kijkd hij toe.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Waar is het woord goed geschreven?
A
na dat
B
nadat

Slide 12 - Quizvraag

voegwoorden
nadat, voordat, zolang, terwijl en totdat

Slide 13 - Tekstslide