In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 100 min
Onderdelen in deze les
SEBAS
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Eerste blok:
Terugblik op vorige lessen
Leerdoelen
Uitleg 1.4 (rekenopgave)
Oefenen met procenten
Tweede blok:
Verder met uitleg (theorie)
Tijd voor huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Regels
Geen racistische/aanstootgevende/ongepaste opmerkingen maken;
Geen moeders/vaders/familieleden erbij betrekken;
Als iemand iets niet fijn vindt, heb daar respect voor en stop;
Als er iets aan de hand is, zeg het dan;
Niet eten
Als ik het stil wil hebben, dan ben je stil;
Als ik vraag om aan het werk te gaan, dan ga je aan het werk.
Heb respect voor elkaar
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
In deze paragraaf leer je ...
hoe je een verandering in procenten kunt berekenen;
wat inflatie is;
wat de gevolgen van inflatie zijn voor je koopkracht;
hoe inflatie met indexcijfers berekend wordt;
hoe je berekeningen maakt met behulp van indexcijfers.
Slide 4 - Tekstslide
Rekenen met procenten
Van % naar getal
% ÷ 100 x totaal
Van getal naar %
deel ÷ geheel x 100
Daar komt nog bij...
Slide 5 - Tekstslide
Heb jij ooit een loonsverhoging gehad?
Slide 6 - Tekstslide
Je hebt nu twee getallen, toch?
Oud
Nieuw
Slide 7 - Tekstslide
Hoeveel is dat in procenten?
De formule om dit te berekenen is:
(nieuw - oud) ÷ oud x 100
Stap 1: bedenk wat nieuw en oud is;
Stap 2: vul de formule in;
Stap 3: trek een conclusie.
Slide 8 - Tekstslide
Maar voor stap 1...
Je gebruikt de formule: (nieuw - oud) ÷ oud x 100 alleen bij een verandering.
Let op woorden zoals:
Stijging / daling
Verhoging / vermindering
Meer / minder
Slide 9 - Tekstslide
Oefenvraagje
Op Prinsjesdag werd bekendgemaakt dat de Overheid de verkeersboetes zal verhogen.
In 2023 was de boete voor het vasthouden van een telefoon op de fiets €159. Vanaf volgend jaar is dat €174,90. Bereken in procenten hoeveel de boete is gestegen.
Slide 10 - Tekstslide
Nu mogen jullie
Wat? Maak opdracht 2 en 3 van 1.4 (blz. 22)
Hoe? Je mag overleggen, maar geen dierentuin
Klaar? Probeer dan opdracht 4 t/m 11 van 1.4 (blz. 23)
Niet af? Huiswerk voor de volgende les (controle)
Slide 11 - Tekstslide
Prijzen kunnen ook veranderen
Inflatie = een algemene stijging van prijzen.
Geld wordt minder waard.
Deflatie = een algemene daling van prijzen.
De prijsveranderingen wordt onderzocht door het CBS (Centraal Bureau Statistiek).
Slide 12 - Tekstslide
Geld wordt minder waard
Koopkracht = hoeveel kan je kopen met je inkomen.
€1,00
€2,00
inflatie
Slide 13 - Tekstslide
Cijfers vergelijken
Indexcijfer = een procentuele verandering ten opzichte van een afgesproken periode.
Deze periode noem je het basisjaar. Dit is altijd 100.
Je vergelijkt dus een verandering met 100 (basisjaar).
Slide 14 - Tekstslide
Maar dit kan je ook berekenen
Je gebruikt dan de formule:
Sinds het basisjaar steeg de gemiddelde prijs van een laptop van €460 naar €529.
Wat is het indexcijfer?
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Nu mogen jullie
Wat? Maak opdracht 2 t/m 11
Hoe? Je mag overleggen, maar geen dierentuin
Klaar? Geef een seintje, dan kom ik checken!!
Niet af? Huiswerk voor de volgende les (controle)
Slide 17 - Tekstslide
GIJS
Slide 18 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Terugblik vorige les
Korte herhaling
Prinsjesdag
Tijd voor huiswerk + toets doornemen?
Slide 19 - Tekstslide
Regels
Geen racistische/aanstootgevende/ongepaste opmerkingen maken;
Geen moeders/vaders/familieleden erbij betrekken;
Als iemand iets niet fijn vindt, heb daar respect voor en stop;
Als er iets aan de hand is, zeg het dan;
Niet eten in het lokaal;
Tijdens de uitleg ben je stil;
Je gaat aan het werk als dit gevraagd wordt.
Heb respect voor elkaar
Slide 20 - Tekstslide
Rekenen met procenten
Van % naar getal
% ÷ 100 x totaal
Van getal naar %
deel ÷ geheel x 100
Procentuele verandering
(nieuw-oud) ÷ oud x 100
Slide 21 - Tekstslide
Cijfers vergelijken
Indexcijfer = een procentuele verandering ten opzichte van een afgesproken periode.
Deze periode noem je het basisjaar. Dit is altijd 100.
Je vergelijkt dus een verandering met 100 (basisjaar).
indexcijfer = nieuw getal ÷ getal basisjaar x 100
Slide 22 - Tekstslide
Wat is Prinsjesdag?
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Slide 25 - Video
Slide 26 - Tekstslide
Nu mogen jullie
Wat? Maak opdracht 2 t/m 11
Hoe? Je mag overleggen, maar geen dierentuin
Klaar? Geef een seintje, dan kom ik checken!!
Niet af? Huiswerk voor de volgende les (maandag)
Slide 27 - Tekstslide
GIJS
Slide 28 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Eerste blok
Vragen?
Herhaling/Leren
Tweede blok
Oefentoets
Toets bespreking
Slide 29 - Tekstslide
Welke onderwerpen hebben jullie nog een vraag over?