Hoi! Dit is een interactieve taal les voor groep 5. Deze les heb ik gebaseerd op de les van Junior Cloud, Blok 1, Les 10. De les is opgezet naar aanleiding van het directe instructie model, zoals beschreven bij Expliciete Directe Instructie 2.0 van Hollingsworth en Ybarra. Dit is een herhalingsles, daarom zal er geen instructie zijn, met als lesdoel: Ik ken de woorden van het thema feest. Hopelijk heb je er wat aan!
dit ben ik
Hannah Diever, S4158415
28-10-2023
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Interactieve les Taal Les 10
Hoi! Dit is een interactieve taal les voor groep 5. Deze les heb ik gebaseerd op de les van Junior Cloud, Blok 1, Les 10. De les is opgezet naar aanleiding van het directe instructie model, zoals beschreven bij Expliciete Directe Instructie 2.0 van Hollingsworth en Ybarra. Dit is een herhalingsles, daarom zal er geen instructie zijn, met als lesdoel: Ik ken de woorden van het thema feest. Hopelijk heb je er wat aan!
dit ben ik
Hannah Diever, S4158415
28-10-2023
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat weet je nog?
Trouwen
Slide 2 - Woordweb
Voorkennis activeren:
Vraag aan de kinderen wat ze nog weten over het thema trouwen, ze schrijven allemaal 3 woorden op hun wisbordje en laten die tegelijkertijd zien. Kies wat woorden uit en schrijf ze op het bord. Vul het woordweb aan met woorden die ze ook moeten kunnen.
Woorden die erbij horen:
de getuige, de bruid, de bruidegom, het duo, het bruidspaar, het cadeau, feliciteren, de trouwdag, het huwelijk, de traktatie.
Lesdoel
Na deze les ken ik alle woorden van het thema feest
Slide 3 - Tekstslide
Oriëntatie:
Lees het lesdoel hardop voor in de klas, zodat het duidelijk is voor de kinderen wat ze gaan doen deze les.
500 personen
6 personen
100 personen
een duo
Slide 4 - Sleepvraag
Begeleide inoefening:
Laat de kinderen in groepjes de juiste letters en cijfers bij elkaar zetten. Vraag dan een paar kinderen naar voren om de antwoorden onder het juiste plaatje te slepen. Bespreek of iedereen het goed had.
timer
5:00
de bruidegom
de bruid
het bruidspaar
de getuige
het cadeau
de vrouw die trouwt
Vaak ingepakt in mooi papier
Iemand die erbij is als er iets gebeurd
Twee mensen die met elkaar trouwen
de man die trouwt
Slide 5 - Sleepvraag
Zelfstandig werken:
Deel het scherm met de kinderen en laat ze de oefening zelfstandig maken. Om dit te doen klik je op het vierkantje bij devices in de klas, en laat ze de code invullen. Na de sleepvraag kun je de knop weer uitzetten. Als iedereen de opdracht klaar heeft bespreek de goede antwoorden met de klas.
Feedback:
Na verwerken van feedback een timer toegevoegd van 5 minuten, zodat de kinderen er niet te lang over gaan doen.
Bedenk een zin met het woord:
trouwdag
feliciteren
duo
bruidegom
timer
5:00
Slide 6 - Tekstslide
Zelfstandig werken:
Doe 1 zin met ze voor, bijvoorbeeld als iemand jarig is feliciteer ik hem.
Laat ze de rest van de zinnen zelf bedenken en opschrijven. Ze hebben een timer met 5 minuten en het stoplicht staat op oranje, dus er mag zachtjes overlegd worden.
Als een man en een vrouw met elkaar trouwen
A
het huwelijk
B
de trouwdag
Slide 7 - Quizvraag
Evaluatie:
Om te kijken of de leerlingen het begrepen hebben is er een korte quiz als afsluiting. Deel het scherm met de leerlingen zodat ze de vragen kunnen beantwoorden. Klik hiervoor weer op het vierkantje bij devices in de klas.
Iets waar je heerlijk van kunt smullen
A
het cadeau
B
de traktatie
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ze staan als twee poppetjes op de bruidstaart
A
het duo
B
het bruidspaar
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Dit is hetzelfde als iemand ergens geluk mee wensen
A
feliciteren
B
de getuige
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Twee mensen die samen iets doen
A
het duo
B
het bruidspaar
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ik ken de woorden bij het thema feest
Slide 12 - Tekstslide
Zeg het lesdoel nog een keer hardop, jullie kennen nu alle woorden bij het thema feest. Bespreek nog even kort wat er geleerd is en wat er de volgende les aan bod komt.