Les 33 (28-02)

Cours du 28 février
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cours du 28 février

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Herhalen
     - être
     - avoir
  • Paragraphe E
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Les devoirs

Slide 2 - Tekstslide

Presentie

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les....
...kun je het werkwoord être gebruiken.

...kun je de belangrijkste informatie uit een film begrijpen

...ken je woorden die te maken hebben met schoolvakken en hoe je iemand vindt.


Slide 4 - Tekstslide

Herhalen
Noem eens het rijtje van 'avoir' 

  • J'ai
  • Tu as
  • Il/elle/on a
  • Nous avons
  • Vous avez
  • Ils/ells ont

Slide 5 - Tekstslide

Être
Noem eens het rijtje van 'être' 

  • Je suis
  • Tu es
  • Il/elle/on est
  • Nous sommes
  • Vous êtes
  • Ils/ells sont

Wat is 'het is'? > .....

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen
Vervoeg de volgende zinnen:

1. Vous ________ (être) élèves au collège Stadslyceum?
2. Nous ________ (avons) biologie aujourd'hui.
3. Noëlle ________ (être) à la cantine. 
4. Nore et Anna ________ (être) dans le cours. 
5. Tu _________ (avons) cours jusqu'à quatre heures?

Slide 7 - Tekstslide

Regarder
We gaan samen naar het vervolg van de serie 'jeunes détectives' 
kijken. 

Paragraaf E
Maak de volgende opdrachten tijdens het kijken en luisteren:
- ex. 20a, b, c





Slide 8 - Tekstslide

Au travail!
Maak nu de volgende oefeningen:
- ex. 21a en b
Tâche:
Maak groepjes van 2, 3 of 4 personen.
Maak een plan van aanpak:
      - Wat ga je laten zien?
      - Wanneer ga je fotograferen?
      - Wie laat welk moment van de
         schooldag zien?
Laat je plan van aanpak aan mij zien > goedgekeurd? Verspreid je dan door de school om alvast foto's te maken voor je poster.


timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

Hoe vertel je over jouw schooldag?
> A: Tu es en quelle classe?

> B: Je suis en ...
> A: Tu as quelles matières le (naam van de dag)?
> B: Le (herhaal de dag), j’ai ... et ...
> A: (Kies een vak), c’est à quelle heure?
> B: (herhaal het vak), c’est à …




Slide 10 - Tekstslide

Hoe geef ik mijn mening over leraren en 
vakken?
> A: Tu aimes la géographie?

> B: Non, je n'aime pas la géographie.
       J'ai onze sur vingt.

> A: Quelle est ta matière préférée?
> B: Ma matière préférée, c'est le français.

> A: Qui est ton prof de géographie?
> B: C'est monsieur Dupont.

> A: Il est sévère?
> B: Non, il est sympa.




Slide 11 - Tekstslide

Hoe geef ik mijn mening over leraren en 
vakken?
> A: Tu aimes ____________?

> B: Non, je n'aime pas _____________.
       J'ai _______________.

> A: Quelle est ta matière préférée?
> B: Ma matière préférée, c'est ____________.

> A: Qui est ton prof de ____________?
> B: C'est ________________.

> A: Il/Elle est _________?
> B: Non, il/elle est _________




Slide 12 - Tekstslide

Le tâche
Jullie gaan nu bezig met je tâche. 
  • Maak groepjes van 2, 3 of 4 personen.
  • Maak een plan van aanpak:  
      - Wat ga je laten zien?
      - Wanneer ga je fotograferen?
      - Wie laat welk moment van de 
         schooldag zien?
  • Begin alvast met een layout van je poster   op A3 formaat.

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
Noem het hele rijtje van 'être'.

Vat kort samen waar de aflevering over ging. 

Noem eens 2 woorden over 'hoe je iemand vindt'



Slide 14 - Tekstslide

Les devoirs
Maken voor de volgende les:
- ex. 21

Meenemen voor de volgende les:
- schaar
- lijm
- potloden / stiften
- washi tape

Apprendre (leren) voca E.

Slide 15 - Tekstslide