betere arbeidsverdeling (iedere arbeider gaat een (deel-)taak doen waar die in is gespecialiseerd)
hoger loon (of een bonus) bij een bepaalde prestatie/ productie
Overbelasting en stress voorkomen
Slide 7 - Tekstslide
Waarom wil je de arbeidsproductiviteit laten stijgen??
Je produceert dan met hetzelfde aantal arbeiders meer producten --> meer producten terwijl je hetzelfde kwijt bent aan loon voor arbeiders!! = per product minder loonkosten!! = een lagere kostprijs.
Je zou dus de verkoopprijs van het
product ook wat kunnen verlagen
en zo meer kunnen verkopen!!
Slide 8 - Tekstslide
Marie heeft een productiviteit van €180 euro per dag. Jacques creëert een waarde van €1.500 per week. Karim maakt als ZZP’er een omzet van €52.000 per jaar. In deze vraag blijven vakanties buiten beschouwing.
Wie van deze mensen heeft de hoogste arbeidsproductiviteit?
A
Marie
B
Jacques
C
Karim
D
Niet genoeg informatie
Slide 9 - Quizvraag
consumeren of investeren?
gezinnen consumeren
bedrijven investeren om te produceren
Slide 10 - Tekstslide
Verschuiving
langs de vraaglijn
Als de prijs wijzigt (en de rest blijft hetzelfde), dan zal de vraag veranderen.
Een verschuiving LANGS de vraaglijn.
Slide 11 - Tekstslide
Verschuiving ‘van’ de vraaglijn
- gevraagde hoeveelheid van product/dienst verandert, de vraaglijn verschuift
Vraag toename -> verschuiving naar rechts
Vraag afname -> verschuiving naar links
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag
Maken: Opdracht 6.27 t/m 6.34
(moeilijke stof, kijk waar je bent, sla géén opdrachten over, als je nog niet bij 33 bent begin dan waar je was)