In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
BS5: Onderzoek naar evolutie
V4
Thema 4
Evolutie
Slide 1 - Tekstslide
De volgende tekst is evolutionair niet juist opgesteld. De ijsbeer paste zich aan aan zijn nieuwe, sneeuwrijke omgeving door zijn vacht wit te laten worden
Maak van de bovenstaande omschrijving een juist 'Darwinantwoord'.
Slide 2 - Open vraag
Leerdoelen
Je kunt herkennen of een evolutionaire ontwikkeling een voorbeeld is van homologie of analogie
Je kunt omschrijven wat een rudimentair orgaan is en hoe ze kunnen ontstaan
Je kunt beschrijven wat het doel is van de cladistiek
Je kunt een cladogram op een juiste wijze interpreteren
Je kunt mono-, poly- en parafyletische clades herkennen in een cladogram
Slide 3 - Tekstslide
homologie <-> analogie
homologie
zelfde ontstaansgeschiedenis
zelfde bouwplan
verschillende functies
verwantschap
analogie
verschillende ontstaansgeschiedenis
verschillend bouwplan
zelfde functies
geen verwantschap
Slide 4 - Tekstslide
Welke van deze organen zijn analoog aan elkaar?
A
Vogel en insect
B
Vleermuis en vogel
C
Vleermuis en insect
Slide 5 - Quizvraag
Rudimentaire organen
Slide 6 - Tekstslide
BS5: Rudimentaire organen
organen die in de loop van de evolutie hun functie hebben verloren
organen kunnen zelfs verdwijnen
voorbeelden: blindedarm bij de mens, bekken bij een walvis, dijbeen bij een slang
Slide 7 - Tekstslide
Rudimentaire organen
Slide 8 - Tekstslide
BS5: Cladistiek
afstammingsboom
clade (= tak)
een groep organismen met overeenkomstige voorouder
splitsingspunten in cladogram
dichotoom (van een tak naar twee takken)
een gemeenschappelijke voorouder
boven splitsing verschillen clades slechts in 1 eigenschap
splitsingspunt
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Welke van de 4 cladogrammen A t/m D geeft de meest eenvoudige en accurate evolutionaire weergave van de gegevens uit de tabel?
A
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Maak nu opgave 67-1 t/m 67-5 op BVJ online
timer
10:00
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt herkennen of een evolutionaire ontwikkeling een voorbeeld is van homologie of analogie
Je kunt omschrijven wat een rudimentair orgaan is en hoe ze kunnen ontstaan
Je kunt beschrijven wat het doel is van de cladistiek
Je kunt een cladogram op een juiste wijze interpreteren
Je kunt mono-, poly- en parafyletische clades herkennen in een cladogram
Slide 15 - Tekstslide
Huiswerk
Je maakt de volgende opgaven op BVJ online van BS5: 60, 62 t/m 66, 68 t/m 73