Thema Gezondheid
1 / 40
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
gezondheid
Slide 2 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de gevolgen van een niet zo gezonde leefstijl?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Benodigdheden
- Opdracht. Tabel jouw leefstijl
Neem eerst de tabel van de PP met de leerlingen door.
Opdracht
Deel de opdracht uit
Leerlingen vullen in een tabel een aantal gegevens in over hun leefstijl (LET OP!! Laat de leerlingen niet hun naam erop schrijven)
Laat de leerlingen een prop maken van hun papiertje
Laat de leerlingen 30 seconden de propjes door de klas gooien
Laat de leerlingen om de beurt een propje pakken
De leerling leest de ingevulde tabel voor en bedenkt bij welke klasgenoot deze leefstijl hoort
Vraag: Wat vind je gezond aan deze leefstijl? Wat vind je ongezond aan deze leefstijl?
FEIT OF FABEL
FEIT
FABEL
Je moet ongeveer 1,5 liter per dag drinken.
Één keer per week sporten heeft geen zin.
Een paar glazen frisdrank per dag kunnen geen kwaad.
Af en toe een blikje energiedrank is helemaal niet erg.
Slide 6 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Verkoop van energiedrankjes aan jongeren onder de 18 jaar moet verboden worden.
JA
NEE
Slide 10 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Op de blikjes moeten afschrikwekkende foto’s komen met de gevolgen van het drinken van energiedrankjes.
JA
NEE
Slide 11 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Reclame voor energiedrankjes moet
verboden worden.
verboden worden.
JA
NEE
Slide 12 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Benodigdheden
Tekst. Energiedrankjes verbieden (uitgeprint)
Opdracht
Een meningenschema maken over energiedrankjes (uitgeprint)
Werkwijze
Lees eerst klassikaal de tekst ‘Energiedrankjes verbieden?’
Laat vervolgend de leerlingen individueel het meningenschema invullen
Bespreek klassikaal
Slide 14 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om de beurt een punt op te noemen waar hij zich wel aan houdt en een punt waar hij zich niet aan houdt.
Je kunt verder de vragen stellen:
Is het lastig om je aan alle punten te houden?
Hoe komt het dat je je soms niet aan deze punten houdt?
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Video
Overgewicht komt in Nederland steeds meer voor (15% van de jongeren heeft overgewicht). Maar ook in de Verenigde Staten van Amerika zijn veel mensen te dik. Deze mensen hebben obesitas, ernstig overgewicht. In de VS de tweede meest voor komende doodsoorzaak. De Proefkonijnen zijn in Amerika en willen weleens weten hoe het voelt om heel erg dik te zijn.
Deel de opdracht met de kijkvragen uit.
Kijkvragen
1 Overgewicht komt veel voor in de VS.
a Hoeveel procent van de Amerikanen had in 1980 overgewicht?
b Hoe groot is dat percentage nu?
2 Dennis en Valerio hebben zich laten transformeren tot hele dikke mensen. Hoe reageren mensen op hen, volgens Dennis?
3 Welke lichamelijke klachten hebben de Proefkonijnen na een dag extra gewicht meegesjouwd te hebben?
4 Waarom denken de Proefkonijnen dat echt dikke mensen het nog moeilijker hebben om hun extra gewicht te verplaatsen?
5 Welke veranderingen verwacht de dokter tijdens de inspanningstest die de Proefkonijnen met het dikmakende pak doen?
6 Wat zijn de belangrijkste dingen die je moet doen om niet te dik te worden?
7 Vind je zelf dat je gezond leeft? Leg uit.
Antwoorden
1a 25% b 65%
2 Ze zijn minder aardig.
3 Veel zweten en pijn in de rug, heupen en kuiten.
4 Omdat de Proefkonijnen zelf een goede conditie hebben. Dikke mensen hebben dat niet, dus is het voor hen nog moeilijker om te bewegen.
5 Een hogere hartslag en meer zuurstofinname.
6 Het belangrijkste is genoeg bewegen en gezond eten.
7 Eigen antwoord.
Slide 22 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Wat is jouw advies aan iemand met een eetstoornis?
Slide 23 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Tekstslide
Deze lessen staan in het teken van genotsmiddelen en genieten. Doel van de les is om leerlingen bewust te maken van de risico’s van genotsmiddelen.
Begrip
Genotsmiddel
Laat de leerlingen om de beurt één van de zinnen kiezen en vullen deze aan. (zorg dat alle vragen in ieder geval één keer beantwoord worden)
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 29 - Tekstslide
Benodigdheden
Bestand: Puzzel. Herken de soorten drugs
Geplastificeerde puzzelstukjes
Per groep een envelop met de puzzel erin
Werkwijze
Deel de puzzel uit.
Laat de groepjes de puzzel maken
Als ze klaar zijn steken ze hun hand op
Geef alleen het aantal fouten aan
Laat ze zelf hun fouten verbeteren
Bespreek de antwoorden klassikaal
Slide 30 - Tekstslide
Nabespreken
Slide 31 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 32 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 33 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 34 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 35 - Video
Begin met het stellen van enkele vragen:
Wie van jullie gamet wel eens? (Spelletjes spelen op een smartphone telt ook)
Welke games speel je? (Eventueel: Wat is de bedoeling van de game?)
Hoe vaak game je dan per week?
Hoe lang game je per keer?
Wat zou nu een gameverslaving inhouden?
https://www.gameninfo.nl/publiek/cijfers
AAN GAMEN KAN JE NIET VERSLAAFD RAKEN
WAAR
NIET WAAR
Slide 36 - Poll
Stelling 1: Zeker wel: je bent verslaafd wanneer je geen weerstand meer kan bieden tegen de gewoonte om te gamen en wanneer je je onrustig voelt wanneer je niet aan het gamen bent.
GEWELDDADIGE GAMES MAKEN
JE AGRESSIEF
JE AGRESSIEF
WAAR
NIET WAAR
Slide 37 - Poll
Stelling 2: Nee, dit klopt niet. Er is niets mis met een gewelddadige game, zolang je als speler weet dat het enkel een game is.
GAMEN IS SLECHT VOOR JE
WAAR
NIET WAAR
Slide 38 - Poll
Stelling 3: Overmatig gamen is slecht voor je. Wanneer je niet te veel gamet, heeft gamen zelfs voordelen!
GAMEN HEEFT EEN NEGATIEVE INVLOED OP JE SOCIAAL LEVEN
WAAR
NIET WAAR
Slide 39 - Poll
Stelling 4: Wanneer je verslaafd bent wel. Wanneer je een gezonde hoeveelheid gamet, kan je je sociale vaardigheden verbeteren door multi-playergames te spelen. Hierbij leer je samenwerken met anderen.
Slide 40 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
