2MH - Herhaling H3 toets

2MH - Herhaling na vakantie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2MH - Herhaling na vakantie

Slide 1 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van de Eerste Wereldoorlog?
A
Loopgraven
B
Gifgas
C
Antisemitisme
D
Gevechtsvliegtuigen

Slide 2 - Quizvraag


Zijn deze uitspraken juist of onjuist?

1. De Eerste Wereldoorlog werd gewonnen door de Geallieerden.

2. Bij de Eerste Wereldoorlog werd bij de loopgraven veel land veroverd

A
1 is juist 2 is onjuist
B
1 is onjuist 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Bij de Vrede van Versailles...
A
Kreeg Duitsland de schuld van WO I
B
Raakte Duitsland veel land kwijt
C
Mocht Duitsland nog een klein leger hebben
D
Alle drie de vorige antwoorden zijn goed

Slide 4 - Quizvraag

Indirecte oorzaak Eerste Wereldoorlog 
Directe oorzaak Eerste Wereldoorlog
Nationalisme 
Militarisme 
Wapenwedloop
Moord op kroonprins Frans-Ferdinand 
Bondgenootschappen
Duitsland als bedreiging

Slide 5 - Sleepvraag

Welke uitspraak over de Eerste Wereldoorlog is juist?
A
De geallieerden veroverden veel gebieden in Rusland.
B
De oorlog werd grotendeels in de koloniën uitgevochten.
C
Duitsland won de oorlog met hulp van de Verenigde Staten.
D
In Duitsland ontstonden grote tekorten aan wapens en munitie.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het communisme?
A
Er wordt gestreefd naar gelijkheid in bezit
B
Er wordt gestreefd naar gelijkheid
C
Er wordt gestreefd naar ongelijkheid
D
Er wordt gestreefd naar ongelijkheid in bezit

Slide 7 - Quizvraag

Loopgraven
Verdrag van Versailles
Militarisme 
Wapenwedloop

Slide 8 - Sleepvraag

Waarom kwamen de Russen in opstand tegen de tsaar?
A
De macht was oneerlijk verdeeld in Rusland
B
Er ontstond honger in de steden
C
De oorlog verliep voor de Russen erg slecht
D
Er was veel armoede

Slide 9 - Quizvraag

Door de grootschaligheid van de oorlog werd de Eerste Wereldoorlog ook wel ''de Grote oorlog'' of een ''totale oorlog'' genoemd.

Welke drie kenmerken van de Eerste Wereldoorlog horen bij het begrip totale oorlog? 







Totale oorlog
Voor het eerst werd op grote schaal de burgerbevolking getroffen door belegeringen en bombardementen.
Er werden veel militairen op grote schaal ingezet.

Er werd gevochten met nieuwe, modernere wapens en wapentuig, zoals kanonnen, tanks, gifgas en kernwapens.
Door de verschillende bondgenootschappen werden veel landen bij de oorlog betrokken.

Slide 10 - Sleepvraag




Een dictatuur past bij:
Een dictatuur zorgt voor .... 
A
alles mag en kan gezegd worden
B
Vrijheid
C
welzijn voor het volk
D
rust, orde en regelmaat

Slide 11 - Quizvraag

Wat was geen oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
A
Het ontstaan van bondgenootschappen
B
Nationalisme
C
Socialisme
D
Modern Imperialisme

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van de Eerste Wereldoorlog?
A
Loopgraven
B
Gifgas
C
Jodenhaat
D
Gevechtsvliegtuigen

Slide 13 - Quizvraag

Politieke én culturele verandering voor de Russen ná de Eerste Wereldoorlog

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf op
-Politiek: macht kwam in handen van de communisten
-Cultureel: iedereen werd opgevoed tot communist/propaganda en censuur/alleen communistische kunst werd toegestaan

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een democratie en dictatuur? In een dictatuur...
A
Worden vrije verkiezingen gehouden
B
Is de macht verdeeld
C
Mag je niet zomaar je mening geven
D
Is er vrije media

Slide 16 - Quizvraag

Vrede van Versailles
A
1918
B
1919
C
1920
D
1921

Slide 17 - Quizvraag

Bij de Vrede van Versailles...
A
Kreeg Duitsland de schuld van WO I
B
Raakte Duitsland veel land kwijt
C
Mocht Duitsland nog een klein leger hebben
D
Alle drie de vorige antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quizvraag

Noem 1 kenmerk fascisme
A
Een sterke leider
B
militairistisch
C
rassenhaat
D
Iedereen moet de leider gehoorzamen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een consumptiemaatschappij?
A
Een samenleving waarin mensen zuinig moeten zijn.
B
Een samenleving waarin mensen luxegoederen kunnen kopen.
C
Een samenleving waarin mensen hard moeten werken.
D
Een samenleving waarin iedereen een uitkering krijgt.

Slide 20 - Quizvraag

Jaartallen die je MOET kennen:
-1914 Begin WOI
-1917 Communisten nemen de macht over in Rusland
-1918 Einde WOI
-1919 Vrede van Versailles
-1929 Economische wereldcrisis

Slide 21 - Tekstslide

Dit onderwerp snap ik nog niet helemaal

Slide 22 - Open vraag