In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
herhaling zinsleer
Slide 1 - Tekstslide
Welk gevoel roept zinsleer bij je op?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
4
Bespreek in groep welk zinsdeel het is. Leg ook uit aan elkaar waarom je dit denkt.
Slide 4 - Tekstslide
_____
timer
1:00
onderwerp
ja-neenvraag
2e plaats
Het was een grote woning met koude ramen en een heleboel trappen.
Slide 5 - Woordweb
Dit is het verhaal van Laszlo.
______________________________
A
onderwerp
B
wwg
C
lv
D
NWD
Slide 6 - Quizvraag
______________
timer
1:00
NWG
pv + NWD
Laszlo was bang voor het donker.
Slide 7 - Woordweb
___________________________
_________
timer
1:00
bepaling plaats
Waar?
Het donker woonde in hetzelfde huis als Laszlo.
Slide 8 - Woordweb
2
Bespreek per 2 welk zinsdeel het is. Leg ook uit aan elkaar waarom je dit denkt.
Slide 9 - Tekstslide
Welk soort gezegde staat in de zin?
timer
1:00
WWG
Soms verstopte het donker zich in de kast.
Slide 10 - Woordweb
Benoem het gezegde in de zin.
timer
1:00
verstopte + zich
pv + wed. vnw.
Soms verstopte het donker zich in de kast.
Slide 11 - Woordweb
timer
1:00
Welk soort gezegde staat in de zin?
NWG
Het bleef stil in de kast.
Slide 12 - Woordweb
timer
1:00
Benoem het gezegde in de zin.
bleef + stil
pv + NWD
Het bleef stil in de kast.
Slide 13 - Woordweb
timer
1:30
Benoem alle bepalingen in de zin.
elke morgen > frequentie
even > tijd
naar het donker kijken > richting
Elke morgen kwam Laszlo even naar het donker kijken.
Slide 14 - Woordweb
1.
Los zelfstandig de oefeningen op.
Slide 15 - Tekstslide
Hoeveel bepalingen staan in deze zin? Soms zat het achter het gordijn van de douche.
A
1
B
2
C
3
Slide 16 - Quizvraag
Welk soort gezegde staat er in deze zin?
timer
1:00
WWG
Meestal hield het zich schuil in de kelder.
Slide 17 - Woordweb
Benoem het gezegde.
timer
1:00
hield + zich + schuil
pv + wed. vnw. + ADPV
Meestal hield het zich schuil in de kelder.
Slide 18 - Woordweb
Ontleed volgende zinnen op papier.
Ik wil je iets laten zien.
Het grootste raam van Laszlo’s huis was in de woonkamer. Jij bent misschien bang (voor het donker). Het donker zei niets terug. Het donker bleef bij Laszlo in huis wonen.