Uitleg Opdracht 19Bij mensen is het allel voor rechtshandigheid (R) dominant over het allel voor linkshandigheid (r).
a) Teken zelf een stamboom en maak daarbij gebruik van de volgende gegevens:
o De rechtshandige mevrouw 1 en de linkshandige meneer 2 krijgen zoon 3 die net als zijn vader linkshandig is (P–generatie)
o Zoon 3 en de rechtshandige mevrouw 4 (F1-generatie) krijgen 3 kinderen: de linkshandige dochter 5, de rechtshandige dochter 6 en de rechtshandige zoon 7 (F2-generatie)
o Het dominante fenotype geef je aan met een kleurtje/arcering
b) Noteer bij elke persoon uit de stamboom het genotype