Comparisons

Welcome to today's English lesson!
With Ms Frijns
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome to today's English lesson!
With Ms Frijns

Slide 1 - Tekstslide

Take out your books and start reading, please 
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

By the end of this lesson, you...
...know what comparisons are. 
...you know how to compare things in English using 1, 2 or 3 syllables (lettergrepen). 
...know how to say that something is the same as something else. 

Slide 3 - Tekstslide

Comparisons

Slide 4 - Tekstslide

Parts of the explanation
  • hetzelfde als 
  • trappen van vergelijking: 1 lettergreep
  • trappen van vergelijking: 2 lettergrepen
  • trappen van vergelijking: 3 of meer lettergrepen
  • trappen van vergelijking: Uitzonderingen

Slide 5 - Tekstslide

Hetzelfde als...
That building is as high as the bridge. 
That girl is as old as my sister. 


hetzelfde als = as .... as

Slide 6 - Tekstslide

Noem een bijvoeglijk naamwoord in het Engels met 1 lettergreep (voorbeeld: small)

Slide 7 - Woordweb

Bij 1 lettergreep
vergrotende
overtreffende
+er
+est
Kind
kinder
kindest
tall
taller
tallest

Slide 8 - Tekstslide

Vergrotende + overtreffende trap
klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)
big - bigger - biggest

aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest

Comparative +

Superlative

Slide 9 - Tekstslide

Let op woorden die eindigen op een medeklinker + Y! 

Slide 10 - Tekstslide

Noem een bijvoeglijk naamwoord in het Engels met 3 lettergrepen (voorbeeld: intelligent)

Slide 11 - Woordweb

Woorden van 3 of meer lettergrepen
I am smaller than Frank, but he is more intelligent than I am.
Ty is the cutest horse, but Jasmin is the most beautiful horse.


Krijgen GEEN -er of -est erna, maar MORE of MOST ervoor!





Slide 12 - Tekstslide

Woorden met 2 lettergrepen
Verschilt per woord
+ er / + est:
happy - happier - happiest
yellow - yellower - yellowest

more / most:
boring - more boring - most boring
jealous - more jealous - most jealous


Slide 13 - Tekstslide

+er / +est
more / most
Nice
kind
pretty
beautiful
cool
spectacular
boring
strong
ugly
impressed
tired

Slide 14 - Sleepvraag

Vergrotende trap:
+ER

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is taller than Rob.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:
+EST

Altijd komt er voor het woord THE te staan

Rob is the tallest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 15 - Tekstslide

Let op!
good - better - best

bad - worse - worst

far- further - furthest

little - less - least





Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

It is _____ than ever to find good football players.
A
more difficult
B
difficulter
C
most difficult
D
difficultest

Slide 18 - Quizvraag

Freddie Mercury was the ___ singer ever .
A
great
B
greater
C
greatest
D
most great

Slide 19 - Quizvraag

The weather today is even ___
than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 20 - Quizvraag

The English test was _________ than the French test.
A
more easy
B
more easyer
C
easyer
D
easier

Slide 21 - Quizvraag

My dad is the ___ dad ever!
A
good
B
goodest
C
better
D
best

Slide 22 - Quizvraag

Over to you...
Do the exercise on Classroom (week 9):
Come up with three sentences using 'comparisons'. 
Hand these in in Classroom. 

Done? -> Do the weektask. 

Slide 23 - Tekstslide