1.4 Aan het werk

1.4 Aan het werk. 
deel 1
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.4 Aan het werk. 
deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Welkom, fijn dat jullie er zijn
kom rustig binnen
telefoon in de telefoontas
pak alvast je boek en je laptop op tafel. laat deze beiden dicht. 

Slide 2 - Tekstslide

1. huiswerk controleren en nakijken
2. Leerdoelen 1.4 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 3 - Tekstslide

Leervragen
 uitleggen wat de primaire sector is en welke beroepen daarbij horen. 
Aan het eind van de les kan je...
 uitleggen wat de secondaire sector is en welke beroepen daarbij horen. 
 uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief.
 uitleggen welke 2 dingen veel nodig waren bij de komst van fabrieken.  
 uitleggen wat het verschil is tussen dagbouw en schachtbouw. 

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling vorige les

Slide 5 - Tekstslide

Welke 2 dingen geven geologen aanwijzingen over hoe het er vroeger uitzag?
A
fossielen en kalksteen
B
bodemlagen en fossielen
C
bodemlagen en kalksteen
D
fossielen en geschreven bronnen

Slide 6 - Quizvraag

Hoe is zout in de bodemlaag ontstaan?
A
door het verdampen van zeeën.
B
door overstromingen hebben zeeën zout op de aardlaag achter gelaten.
C
Dinosauriërs aten heel veel zout voedsel en poepten dat uit over de aardlaag.
D
zout is met het ontstaan van de aardkorst in de bodemlaag terecht gekomen.

Slide 7 - Quizvraag

steenkool
aardgas
aardolie
Plankton sterft en zakt naar de zeebodem, waar het zich opstapelt. Het pakket plankton wordt bedekt door een laag zand en door de hoger druk verandert het in ..........

Als het plankton nog langer onder druk komt te staan veranderd het in .........
als een laag veen (ontstaan door doden planten en dierenresten op de bodem van een waterplas) onder een nieuwe bodemlaag komt te liggen, verandert het door de hoge druk in ...........

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is een delfstof?
A
grondstoffen voor de productie van fabrieken
B
grondstoffen die uit de bodem worden gehaald
C
grondstoffen die uit en op de bodem worden gewonnen.
D
Stoffen die in Delft worden gewonnen.

Slide 9 - Quizvraag

Veel handwerk
De sector waarin de mensen op de foto's werken is de primaire sector

Voedsel en grondstoffen werden uit de natuur gehaald. 

Het type werk dat de mensen op de foto’s doen is arbeidsintensief


Slide 10 - Tekstslide

Machines nemen het werk over 
De sector waarin de mensen op de foto's werken is de secundaire sector

Je produceert spullen

Het type werk dat de mensen op de foto’s doen, is: kapitaalintensief (je hebt veel geld / machines nodig)


Slide 11 - Tekstslide

2/3 sectoren
Sector:
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Gericht op:
Verbouwen, produceren en opgraven van grondstoffen 
Industrie > verder produceren/bewerken voedsel of maken van auto's
Verlenen van diensten
Bedrijven
Boerderijen of oliebedrijven
Autofabrieken of voedselfabrieken 
Ziekenhuis, politie, onderwijs

Slide 12 - Tekstslide

Machines nemen het werk over 
Er waren twee grondstoffen veel nodig voor de stoommachines:
ijzer en steenkool

  • IJzer is een metaal
  • Steenkool is een brandstof


Slide 13 - Tekstslide

Machines nemen het werk over 
Er zijn 2 typen mijnbouw:

  1. dagbouw = delfstoffen liggen aan het oppervlak: je kunt ze aan de open lucht afgraven. 
  2. schachtbouw = delfstoffen zitten dieper in de bodem: je moet ze uitgraven via een mijn. 

1
2

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 15 - Tekstslide

Primaire sector
secundaire sector
visser
fabrieksarbeider
mijnwerker
boer
timmerman

Slide 16 - Sleepvraag

kapitaalintensief
arbeidsintensief
als iets veel arbeid kost om te maken
als iets veel geld en middelen kost om te maken

Slide 17 - Sleepvraag

Welke 2 dingen waren bij de eerste fabrieken vooral nodig?
 uitleggen welke 2 dingen veel nodig waren bij de komst van fabrieken.  
A
metaal + stenen
B
hout + stenen
C
brandstof (kolen) + stenen
D
brandstof (kolen) + metaal

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag
STAP 1
Huiswerk! 
Maken:
  • BK:  1 t/m 6  bladzijde 31-32-33-
  • KGT: opdracht 1 t/m 5 bladzijde 34-35-36-37

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Klaar?
Goed zo!
werk alvast verder aan opdracht 6 en 7 

\

Slide 19 - Tekstslide

1.4 Aan het werk. 
deel 2

Slide 20 - Tekstslide

Welkom
Welkom, fijn dat jullie er zijn
kom rustig binnen
telefoon in de telefoontas
pak alvast je boek en je laptop op tafel. laat deze beiden dicht. 

Slide 21 - Tekstslide

1. huiswerk nakijken en controleren
2. Leervragen 1.4 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 22 - Tekstslide

Herhaling vorige les

Slide 23 - Tekstslide

kapitaalintensief
arbeidsintensief
als iets veel arbeid kost om te maken
als iets veel geld en middelen kost om te maken

Slide 24 - Sleepvraag

dagbouw
schachtbouw
Delfstoffen winnen in de open lucht
Delfstoffen winnen in ondergrondse mijnen

Slide 25 - Sleepvraag

Welke 2 dingen waren bij de eerste fabrieken vooral nodig?
 uitleggen welke 2 dingen veel nodig waren bij de komst van fabrieken.  
A
metaal + stenen
B
hout + stenen
C
brandstof (kolen) + stenen
D
brandstof (kolen) + metaal

Slide 26 - Quizvraag

Leervragen
 uitleggen wat vestigingsplaatsfactoren zijn.
Aan het eind van de les kan je...
 3 vestigingsplaatsfactoren noemen van fabrieken in de 19e eeuw. 
 een reden noemen waarom in de 21e eeuw meer geschikte plekken zijn om  
 fabrieken te bouwen. 
 uitleggen wat de tertiaire sector is en welke beroepen daarbij horen. 
 uitleggen wat een kenniseconomie is. 

Slide 27 - Tekstslide

Waarom daar?
In de 19e eeuw kwamen de fabrieken.
Waar stonden die vaak?
  • bij havens
  • bij steenkoolvelden



Slide 28 - Tekstslide

Waarom daar?
Als je zoekt naar een goede plek voor je bedrijf let je op de: vestigingsplaatsfactoren
Voorbeelden daarvan zijn:
  • dicht bij de klant
  • goede bereikbaarheid
  • een land met lage lonen


Slide 29 - Tekstslide

Vestigingsplaats 
vroeger in de buurt van haven, spoorlijn, steenkoolveld

Nu (21e eeuw) anders, vaak waar lonen laag liggen of in de buurt van klanten 

Door verbeterde infrastructuur

Slide 30 - Tekstslide

Dienstverlenende beroepen
De sector waarin de mensen op de foto's werken is de tertiaire sector (ook wel dienstensector).

Mensen verlenen een dienst, 

Vooral in rijke landen hebben veel mensen een baan in deze sector. 

Slide 31 - Tekstslide

Dienstensector
Tertiaire  sector =Kennis wordt steeds belangrijker 

Kenniseconomie = worden door kennis moderne producten geleverd

Slide 32 - Tekstslide

3/3 sectoren
Sector:
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Gericht op:
Verbouwen, produceren en opgraven van grondstoffen 
Industrie > verder produceren/bewerken voedsel of maken van auto's
Verlenen van diensten
Bedrijven
Boerderijen of oliebedrijven
Autofabrieken of voedselfabrieken 
Ziekenhuis, politie, onderwijs

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Afsluiting

Slide 35 - Tekstslide

Om welke reden zijn er in de 21e eeuw meer
geschikte plekken zijn om
fabrieken te bouwen.
A
er is betere infrastructuur
B
er is meer geld
C
meer mensen spreken Engels
D
Meer landen hebben beter opgeleide mensen

Slide 36 - Quizvraag

Wat zijn vestigingsplaatsfactoren?
A
de mensen die invloed hebben op waar bedrijven zich vestigen.
B
omstandigheden en oorzaken die invloed hebben op waar bedrijven zich vestigen.
C
als een bedrijf op meerdere plaatsen vestigingen hebben van eenzelfde bedrijf.

Slide 37 - Quizvraag

vestigingsplaats-
factoren

Tertiaire
sector

dagbouw

Arbeids-
intensief

Slide 38 - Sleepvraag

Aan de slag
STAP 1
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: opdracht 7 t/m 9 blz  34 en 35
  • KGT: maken opdracht 6 t/m 9 BLZ 37 T/M 39

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Klaar?
Goed zo!
maak de herhaling van paragraaf 4 

Slide 39 - Tekstslide