WEEK 22 1HV SO en ontkenning

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

1F BORD

Slide 2 - Tekstslide

1e

Slide 3 - Tekstslide

1C

Slide 4 - Tekstslide

les absents
Tu as des frères ou des soeurs? J'ai 1 soeur / J'ai 2 frères. etc.
C'est quel jour aujourd'hui? C'est mercredi, jeudi, vendredi
Tu aimes quelle matière? J'aime les maths/ le français/ etc.
Tu habites où? J'habite à ........ (woonplaats)
Tu peux épéler ton nom?
a b c d e (uh) g (zjee) j (zjie) h (ashj) w (double v)

Slide 5 - Tekstslide

Bonjour!    
Je mag nog even een paar minuten leren voor de SO.

Zet de tafels in toetsopstelling.

Slide 6 - Tekstslide

Tijdens de toets: géén vragen stellen/géén ander tabblad openen, NIET PLAKKEN
Klaar? Ga in STILTE iets voor een ander vak doen. Een spelletje mag ook:)
ù: komma links naast 1, dan u
ú: komma links naast enter, dan u

Slide 7 - Tekstslide

bonjour!
aujourd'hui

 lesdoel: ik weet hoe ik de ontkenning maak

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

uitlegfilmpje
Staat in Learnbeat


Slide 12 - Tekstslide

Welke van deze zinnen is ontkennend?
A
Je ne parle pas français
B
J'habite à Bordeaux
C
Mon frère a 22 ans
D
Comment tu t'appelles?

Slide 13 - Quizvraag

De ontkenning:

Welke van de onderstaande ontkenning is NIET correct.
A
Ce n'est pas ici.
B
Elle ne mange pas.
C
Anna ne pas regarde
D
Nous ne parlons pas français.

Slide 14 - Quizvraag

maak ontkennend: vous parlez (alleen kleine letters gebruiken)

Slide 15 - Open vraag

maak ontkennend: elle danse toute la journée (kleine letters gebruiken)

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

let op!
J'habite     -     Je n'habite pas
Il est    - il n'est pas
Elle est    - elle n'est pas
Bij een klinker of stomme h een apostrof/hoge komma

Slide 18 - Tekstslide

andere ontkenningen h/v
ne---plus - niet meer: papi ne travaille plus

ne..... jamais - nooit: papi ne travaille jamais

ne.....rien: il n'a rien

Slide 19 - Tekstslide

maak ontkennend: il regarde la télé
A
il regarde pas la télé
B
il regarde ne pas la télé
C
il ne regarde pas la télé
D
il ne regarde la télé

Slide 20 - Quizvraag

tu ne ……. pas en bus ?
A
allez
B
va
C
vais
D
vas

Slide 21 - Quizvraag

Je ne pas suis français.
A
B

Slide 22 - Quizvraag

dernière question....

Slide 23 - Tekstslide

Wat staat er tussen ne ... pas?
A
niets
B
onderwerp
C
persoonsvorm
D
hele werkwoord

Slide 24 - Quizvraag

zelfstandig werken
Maak de oefeningen die klaarstaan in Learnbaet.
Schrijf je huiswerk in je agenda.


Slide 25 - Tekstslide

les absents
Tu as des frères ou des soeurs? J'ai 1 soeur / J'ai 2 frères. etc.
Il/elle s'appelle comment? Il/elle s'appelle ......... Marieke etc.
C'est quel jour aujourd'hui? C'est mercredi, jeudi, vendredi
Tu aimes quelle matière? J'aime les maths/ le français/ etc.


Slide 26 - Tekstslide

de ontkenning
ne pas

we spelen Kahoot, log in met je eigen voornaam

Slide 27 - Tekstslide

écrire
Maak de opdrachten die klaar staan in Learnbeat bij week 14.

Slide 28 - Tekstslide

de cijfers van 20-69
1 tl : uitleg
1th: herhaling

Slide 29 - Tekstslide

les nombres 20-69
uitleg + herhaling

Slide 30 - Tekstslide