24.1
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zij zit op de tafel
Slide 2 - Open vraag
De bal is onder de stoel.
Slide 3 - Open vraag
Hij loopt tussen 2 mensen.
Slide 4 - Open vraag
De leraar staat voor de klas.
Slide 5 - Open vraag
Diner is served in the _________
A
finish
B
job
C
dining room
D
mow
Slide 6 - Quizvraag
She can _______ to 10.
A
finish
B
strike
C
count
D
visit
Slide 7 - Quizvraag
Do you ________ all the words?
A
discover
B
remember
C
broke
D
improve
Slide 8 - Quizvraag
I'm looking for the _______ (ziekenhuis).
Slide 9 - Open vraag
I already asked you to ._______ (je kamer opruimen)
Slide 10 - Open vraag
Take the first one left at the ROUNDABOUT.
Slide 11 - Open vraag
vertaal:
Zij ligt in het ziekenhuis.
Zij ligt in het ziekenhuis.
Slide 12 - Open vraag
Zij bezoekt een vriendin in het ziekenhuis.
Slide 13 - Open vraag
Volg de borden.
Slide 14 - Open vraag
He is ___ honest person.
A
a
B
an
Slide 15 - Quizvraag
That is ___ perfect picture
A
a
B
an
Slide 16 - Quizvraag
They are walking towards _____ closed road.
A
a
B
an
Slide 17 - Quizvraag
Do you know ____ university nearby?
A
a
B
an
Slide 18 - Quizvraag
I'd like to have ___ elephant in my garden.
A
a
B
an
Slide 19 - Quizvraag
Present continuous
Look at that, she ______ (to read) a nice book.
Look at that, she ______ (to read) a nice book.
Slide 20 - Open vraag
A lot of people _______ for the bus. (to wait)
Slide 21 - Open vraag
That man ________ his car. (to wash)
