1.1 Een nieuwe grondwet les 2

Een nieuwe grondwet
Nederland van 1848 tot 1914
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Een nieuwe grondwet
Nederland van 1848 tot 1914

Slide 1 - Tekstslide

Korte herhaling

Invulopdracht (wordt uitgedeeld)
DOEN

Slide 2 - Tekstslide

...uitleggen welke gevolgen de grondwet van 1848 had voor het bestuur van Nederland
Aan het einde van de les kan je...

Slide 3 - Tekstslide

De grondwet zorgde voor een aantal belangrijke politieke veranderingen:
  • Nederland werd een constitutionele monarchie: iedereen, ook de koning, moet zich aan de wet houden
  • De koning werd onschendbaar. De ministers werden verantwoordelijk voor wat de koning deed/zei
  • De koning bleef staatshoofd
  • Ministers moesten verantwoording afleggen aan het parlement, niet meer aan de koning
  • Ministers werden verantwoordelijk voor hun eigen werk: ministeriële verantwoordelijkheid
§1.1 Een nieuwe grondwet

Slide 4 - Tekstslide

Vanaf nu:

  • Tweede Kamer gekozen door het volk
  • Eerste Kamer gekozen door Provinciale Staten

Scheiding der machten:
  • Wetgevende macht: parlement
  • Uitvoerende macht: regering
  • Rechterlijke macht: rechters 
§1.1 Een nieuwe grondwet

Slide 5 - Tekstslide

In de grondwet staan klassieke grondrechten:
  • vrijheid van godsdienst
  • vrijheid van meningsuiting
  • vrijheid van vereniging en vergadering
  • vrijheid van onderwijs

Deze grondrechten beschermen de burgers tegen de overheid. 
§1.1 Een nieuwe grondwet

Slide 6 - Tekstslide

In de grondwet staan klassieke grondrechten:
  • vrijheid van godsdienst
  • vrijheid van meningsuiting
  • vrijheid van vereniging en vergadering
  • vrijheid van onderwijs

Deze grondrechten beschermen de burgers tegen de overheid. 
§1.1 Een nieuwe grondwet

Slide 7 - Tekstslide

De Tweede Kamer:
  • 150 zetels. De verkiezingen bepalen hoeveel zetels (stoelen) een partij krijgt
  • Om beslissingen te nemen moet er een meerderheid voor een wetsvoorstel stemmen (de helft + 1)
  • Daarom moeten partijen samenwerken: de coalitiepartijen
  • Zij leveren ministers voor de regering.
  • De partijen die niet in de regering zitten zijn oppositiepartijen
§1.1 Een nieuwe grondwet

Slide 8 - Tekstslide

Rechten van het parlement:
  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

§1.1 Een nieuwe grondwet
Alleen de
Tweede Kamer
Eerste - en
Tweede Kamer 

Slide 9 - Tekstslide

Rechten van het parlement:
  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

§1.1 Een nieuwe grondwet
Wetgevende bevoegdheid
Wetgevende & controlerende bevoegdheid
Controlerende bevoegdheid

Slide 10 - Tekstslide

Pas in 1867 werd duidelijk dat de macht echt bij het parlement lag door de Luxemburgse Kwestie:

  • Willem III groothertog van Luxemburg
  • Luxemburg hoorde bij de Duitse Bond
  • Willem III en regering wil Luxemburg verkopen aan Frankrijk
  • Duitse bond: dit is een reden tot oorlog
  • Probleem wordt gesust: Luxemburg niet naar Frankrijk, niet naar Duitse bond.


§1.1 Een nieuwe grondwet

Slide 11 - Tekstslide

1848


1848

1866-1867
Onrust in Europa, revoluties in verschillende Europese steden

Grondwet van Thorbecke

Luxemburgse kwestie
§1.1 Een nieuwe grondwet
Belangrijke jaartallen
Belangrijke personen

Slide 12 - Tekstslide

Je krijgt van je docent een opdracht op papier

In de tekst missen woorden

Gebruik je boek (blz 14 t/m 17 voor hulp

Je mag in tweetallen werken en overleggen
Opdracht

Slide 13 - Tekstslide